Het Amerikaans Olympisch Comité wil dat sporters tijdens de Olympische Spelen vreedzame politieke protesten mogen uiten. De Amerikanen hebben daar bij het Internationaal Olympisch Comité (IOC) op aangedrongen.

Daarvoor moet een regel in het olympisch handvest, dat de regels en richtlijnen voor de organisatie van de Olympische Spelen voorschrijft, worden geschrapt. Regel 50 verbiedt deelnemende sporters om zich tijdens de Spelen politiek of religieus te uiten. Zo mogen sporters bijvoorbeeld geen knieval maken tijdens het volkslied of hun onvrede uiten met politieke handgebaren.

Het Amerikaanse comité heeft nu aangegeven dat zij sporters niet zullen bestraffen als zij op het podium bij de Spelen een statement maken. En dat terwijl het IOC in juni nog aangaf regel 50 vooralsnog niet te schrappen. Het IOC is van mening dat er binnen de wedstrijdlocaties van de Spelen geen plaats is voor politieke uitspraken.

Dat zorgde voor veel kritiek, waarna IOC-voorzitter Thomas Bach de deur toch op een kier zette voor politieke en religieuze protesten bij de Spelen.

Het Amerikaanse comité is invloedrijk en zou met hun pleidooi het standpunt van het IOC kunnen veranderen. De Amerikaanse estafetteloper Moushaumi Robinson zit in een speciale stuurgroep van het comité en heeft het IOC aanbevolen om vreedzame protesten en demonstraties toe te staan.

"De aanbeveling is gebaseerd op het fundamentele recht van atleten hun stem te laten horen om raciale en sociale onrechtvaardigheid aan te kaarten."

Volgens de stuurgroep kunnen vreedzame protesten verandering teweegbrengen. "Sporters het recht op respectvolle demonstraties ontzeggen, en dan met name de sporters uit de historisch ondergewaardeerde en gemarginaliseerde groepen, druist in tegen de olympische waarden."

Na de gewelddadige dood van de zwarte Amerikaan George Floyd in mei kwam regel 50 verder onder druk te staan. Formule 1-coureur Lewis Hamilton en basketballegende Michael Jordan spraken hun steun uit aan de Black Lives Matter-protesten en riepen op tot actie.

Ondanks het verbod op politieke of religieuze uitingen, hebben sporters in het verleden verschillende statements gemaakt. Tijdens de Spelen van 1968 in Mexico maakten de Amerikanen Tommie Smith en John Carlos het 'black power'-gebaar. Zij balden hun vuist tijdens een medailleceremonie als teken tegen racisme. Ook droegen zij zwarte sokken zonder schoenen op het podium.

In 2014 liet ook de Nederlandse snowboardster Cheryl Maas van zich horen tijdens de Winterspelen in Sotsji. Maas droeg regenbooghandschoenen als protest tegen de anti-homowetten in Rusland.