Een bewoner van een dijkwoning in Noord heeft deze week ongelijk gekregen toen hij via een gerechtelijke procedure de uitbouw van zijn buurman probeerde te blokkeren.

De bewoner woont sinds 2016 in de straat en zijn buurman sinds 1991. Beide woningen hebben een aan de tuin gelegen begane grond, een aan de dijk gelegen eerste verdieping met een voordeur, en een zolderverdieping.

De 70-jarige buurman kreeg van de gemeente een omgevingsvergunning om de bestaande aanbouw aan de achterkant te verhogen met twee woonlagen. De andere bewoner sommeerde hem te stoppen en liet ook een zogenoemde zonstudie doen.

Uit dat onderzoek bleek dat het het aantal gemiddelde zonuren in de tuin per dag van 2:38 uur terugloopt naar 2:24 uur. Dit is een afname van veertien minuten en dat is omgerekend 8,8 procent.

Volgens de voorzieningenrechter is dat een "beperkte tijd" en gaat het bovendien om een deel van de tuin. Zijn belang weegt niet op tegen het belang van zijn buurman, die door de extra woonlagen meer vierkante meters woonoppervlak krijgt in zijn relatief kleine dijkwoning. De aanbouw is vergelijkbaar met de aanbouw die de bewoner die naar de rechter stapte zelf al heeft.

De bewoner die naar de rechter stapte moet de proceskosten betalen, het gaat om ongeveer 1300 euro.