Het zijn barre tijden in het Chinese voetbal. Clubs gaan aan de lopende band failliet, terwijl spelers megasalarissen verdienen. Bij een van de clubs ging zelfs letterlijk het licht uit, nadat de rekeningen niet betaald waren. En dat terwijl leider Xi Jinping een voetballiefhebber is, die de sport zeer belangrijk vindt.

Joop Gall, assistent onder coach Jean-Paul van Gastel bij Guangzhou City FC, in Zuid-China, spreekt van een 'doemscenario.' Hij legt uit dat de financiële problemen waar sommige Chinese clubs mee te maken hebben, niets met het voetbal zelf te maken hebben. "Als de eigenaren van clubs plotseling in financiële nood zitten, dan heeft voetbal nu eenmaal niet meer de eerste prioriteit."

Guangzhou FC, een concurrent van de ploeg van Gall, smeet tot voor kort met geld voor het aantrekken van dure spelers en staf uit Zuid-Amerika en Europa. Het probleem is dat de club eigendom is van vastgoedbedrijf Evergrande, dat tegen faillissement vecht. Salarissen worden niet of nauwelijks betaald, en een nieuw stadion dat al half afgebouwd is, wordt nu door de overheid geveild.

Jiangsu Suning, een andere Chinese topclub, hield eerder dit jaar zelfs op met bestaan. De club was eigendom van retail-gigant Suning, dat opeens geen vertrouwen meer had in de financiële situatie van de club uit de oost-Chinese mega-stad Nanjing. En dus werd de zaak opgedoekt.

China staat bekend als een land waar clubs enorme bedragen uitgeven om de grootste talenten uit het buitenland aan zich te binden. En dat terwijl de financiële situatie dat niet altijd rechtvaardigt.

Bij de club Hebei FC werd onlangs het water en licht afgesloten, nadat de rekeningen niet meer betaald werden. En dat terwijl de club een salarisbeleid had waar de eredivisie alleen maar van kan dromen. Zo zou de Argentijn Ezequiel Lavezzi, die drie jaar lang bij Hebei FC speelde, liefst 14 miljoen euro per jaar verdienen.

En toch, zo benadrukt Gall, die in Nederland onder andere bij FC Groningen voetbalde en trainer was van Go Ahead Eagles, is voetbal in China veel meer dan knotsgekke salarissen en omvallende clubs. "Voetbal leeft hier. Wij werken met de beste faciliteiten, zeer kundige staf en zeer gemotiveerde spelers. Als je kijkt naar de accomodaties hier, dan is dat zelfs beter dan in Nederland."

'In 2050 een wereldmacht in voetbal'
De Chinese overheid investeert daarnaast veel in voetbalscholen voor de jeugd. Leider Xi Jinping heeft ambitieuze doelen gesteld: in 2050 moet China een wereldmacht zijn in het voetbal. Daarvoor heeft het land een nationale competitie nodig die zich kan meten met de Europese top.

Volgens Gall is er dan ook 'veel licht aan het einde van de tunnel.' Hij wijst erop dat er weliswaar een paar clubs in de problemen zitten, maar dat dit niet voor de meerderheid geldt. "Ook is het hier prima werken. Natuurlijk zijn er cultuurverschillen, maar ik heb niets te klagen. En ik denk dat dit geldt voor de meeste voetballers en trainers hier."

De Groninger heeft zelf het voetbal in China zien ontwikkelen: Begin jaren '80 reisde hij al met BV Veendam, de club waar Gall destijds speelde, naar de Chinese havenstad Tianjin voor een aantal oefenwedstrijden tegen lokale clubs. "Het waren toen al bomvolle stadions. dat was geweldig. Sindsdien is het altijd al mijn droom geweest hier ooit aan het werk te gaan."

Komend weekend start de laatste ronde van de nationale competitie, de Chinese Super League. De clubs spelen in drie weken tijd ieder acht keer, op jacht naar de titel. Alle spelers en trainers gaan in een coronabubbel. Het is een kwestie van veel testen en veel voorzorgsmaatregelen, maar uiteindelijk wel coronaproof. Gall: "Ook dat hebben ze hier in China prima voor elkaar."