Plaatsen die aan de oever van een rivier liggen, krijgen soms een bijnaam waarin de naam van die rivier gekoppeld wordt aan een buitenlandse plaatsnaam. Zo noemen critici van het blijkbaar als rigide ervaren GroenLinkse stadsbestuur Amsterdam weleens Pyongyang aan de Amstel – naar de hoofdstad van de totalitaire volksrepubliek Noord-Korea. Andere politiek beladen bijnamen van dit type zijn Havana aan de Waal (Nijmegen) en Moskou aan de IJssel (Deventer) – beide vanwege de linkse signatuur van de gemeenteraad.

Er zijn ook vergelijkbare metaforen die niet politiek beladen zijn, zoals Manhattan aan de Maas (Rotterdam). Blijkbaar herinnert het silhouet van de Maasstad aan de befaamde Manhattan skyline. Andere voorbeelden zijn Rio aan de Rijn (Arnhem, vanwege het Caraïbische zomercarnaval) en Jeruzalem aan de Schelde (Antwerpen, vanwege de Joodse gemeenschap).

De combinatie ‘(stadsnaam) aan de (riviernaam)’ is tamelijk productief. Zo heten veel gemeenten met een links bestuur weleens Moskou aan de Lek/Merwede/Zaan (Ammerstol, Gorinchem, Zaandam), Havana aan het Spaarne (Haarlem) of PyongYang aan de Vecht (Utrecht). Geen van deze bijnamen is vooralsnog zo ingeburgerd, dat hij in het woordenboek wordt beschreven.

Dat steden aan een typerende rivier naar een buitenlandse plaatsnaam worden genoemd, is relatief nieuw. Veel langer is het gewoon om Nederland of België te noemen naar een exotisch land of een verafgelegen streek. Zo heet België soms Sicilië aan de Noordzee, terwijl Nederland onder minister Grapperhaus weleens betiteld werd als Noord-Korea aan de Noordzee. De meest voorkomende vergelijking van dit type is China (of Klein-China) aan de Noordzee. Die is al sinds het eind van de 19de eeuw in omloop en werd recentelijk onder meer gebruikt door mensen die vrezen dat ons land een controle- en surveillancestaat wordt.