Dat honden ontzettend goed kunnen ruiken is een bekend gegeven, maar dat het sommige viervoeters lukt om over een afstand van bijna 1.000 kilometer weer terug naar huis te lopen, blijft bijzonder. Het overkwam de Amerikaan Mark Wessells uit South Carolina. Die bracht zijn driejarige labrador Buck eind vorig jaar noodgedwongen naar zijn vader, in het 800 kilometer verderop gelegen Winchester, omdat hij het dier niet in zijn woning mocht houden. Toen Buck in januari van dit jaar daar wegliep, ging Wessells ervan uit dat het beest ten dode was opgeschreven. Niets bleek echter minder waar, want Buck dook maanden later opeens op in Myrtle Beach, South Carolina. Vlakbij de woning van Wessells. Door een microchip in de huid van Buck kon een dierenarts het baasje op de hoogte stellen. Die spoedde zich natuurlijk in alle haast naar de kliniek, waar hij weer werd herenigd met zijn harige vriend. "Ik moest onbedaarlijk huilen", vertelt Wessells. "Buck herkende mij onmiddellijk, het is waanzinnig hoe hij hier in zijn eentje terecht is gekomen."