Australische chirurgen zijn erin geslaagd ‘dode’ harten te transplanteren aan het St Vincent’s ziekenhuis in Sydney. Daardoor komen meer harten voor transplantatie in aanmerking. Binnen een jaar zou de nieuwe techniek ook in Europa kunnen toegepast worden. Deze doorbraak kan de levens redden van dertig procent meer transplantatiepatiënten dan momenteel het geval is.

Totnogtoe werden bij transplantaties kloppende harten gebruikt van hersendode mensen. In Sydney slaagde een team chirurgen erin drie harten te transplanteren van mensen die door een hartstilstand zijn overleden. De harten waren al twintig minuten gestopt met kloppen. Twee patiënten zijn volledig hersteld, de derde ligt nog op de intensive care.

Cardioloog Peter MacDonald verklaarde dat de ‘dode’ harten in een draagbare console werden geplaatst, een zogenaamde ‘heart in a box’. De harten worden daarin ondergedompeld in een bewaarvloeistof die werd ontwikkeld door hetzelfde ziekenhuis en het Australisch instituut voor hartonderzoek. De nieuwe machine voorziet het hart van bloed en voedingsmiddelen, waardoor het enkele uren geschikt blijft voor transplantatie.

Belangrijk aan de nieuwe ontwikkeling is dat er meer donorharten beschikbaar zullen komen. De 57-jarige Michelle Gribilas was de eerste vrouw die een ‘dood’ hart ingeplant kreeg. De vrouw leed aan hartfalen en werd twee maanden geleden geopereerd. ‘Ik was daarvoor heel ziek, maar nu ben ik een andere mens. Ik voel me weer veertig jaar oud, ik heb veel geluk gehad’, getuigt de vrouw.

De tweede patiënt was de 43-jarige Jan Damen, die kreeg twee weken geleden een nieuw hart. De vader van drie herstelt nog in het ziekenhuis. ‘Ik voel me prima, ik kan niet wachten om mijn leven te hervatten’, jubelt hij.

De voormalige timmerman voegt er aan toe dat hij vaak aan zijn donor denkt. ‘Zonder die persoon was ik er wellicht niet meer. Ik ben niet religieus of spiritueel, maar het is toch een wonderbaarlijke zaak’.

Het team chirurgen werkte twintig jaar aan het project. ‘We hebben veel onderzoek verricht om te achterhalen hoe lang het hart bruikbaar blijft nadat het is gestopt met kloppen. Daarna ontwikkelden we een techniek om het hart te reactiveren in de ‘heart in a box’-machine. Daartoe doen we een bloedafname bij de donor om de machine klaar te maken. Daarna verwijderen we het hart en sluiten het aan op de machine, warmen het op en zo begint het weer te kloppen’.

De donorharten bleven elk zowat vier uur in de machine vooraleer ze werden getransplanteerd, verklaart MacDonald. ‘Gebaseerd op hoe het hart presteert in de machine kunnen we redelijk precies voorspellen of het al dan niet zal werken als we het transplanteren’.

‘Deze doorbraak is een belangrijke stap in het verminderen van het tekort aan donororganen’, voegt hij er tot slot aan toe.