Vijf jaar geleden redde visser en stratenmaker João Pereira de Souza (71) het leven van een pinguïn. De Souza had de pinguïn, die hij Dindim doopte, meer dood dan levend aangetroffen op een strand vlakbij Rio de Janeiro.

Dindim was uitgehongerd en zat onder de olie. De Souza verpleegde Dindim tot hij weer beter was en liet hem elf maanden later gaan toen hij weer helemaal gezond was. Hij zou Dindim vast nooit meer zien.

Maar Dindim is de Souza nooit vergeten. Ieder jaar na het broedseizoen zwemt de kleine pinguïn 8.000 kilometer om hem op te zoeken. Samen besteden ze tijd; Dindim zit op schoot, krijgt sardientjes en doucht met de Souza. De Souza: ‘Ik hou van die pinguïn alsof het mijn eigen kind is en ik denk dat hij ook van mij houdt. Iedereen zei dat hij niet terug zou keren, maar hij komt al vier jaar lang op bezoek’.

Een bioloog beaamt dat de pinguïn gelukkig lijkt: ‘Ik denk dat de pinguïn gelooft dat de Souza een deel van zijn familie is. Als de pinguïn de Souza ziet, kwispelt hij met zijn staart en trompettert hij van vreugde’.