Quote Ikke: Je zou 't eigenlijk als 'n tolk kunnen zien.
Windows heeft 'n eigen taal en Linux heeft 'n eigen taal. Een emulator is de tolk. De emulater vertaalt windowscommando's naar linuxcommando's, linux voert ze uit en stuurt 'n reactie naar de emulator die 't weer voor windows vertaalt. Dit kost wel tijd en 'n deel van je processorkracht en geheugen.
Als iemand DX10 port naar linux, wil dat zeggen dat DX10 in z'n geheel naar Linuxtaal vertaald wordt zodat er geen tolk meer tussen hoeft... Dat verbetert de prestaties aanzienlijk De conversie is op OS layer niveau - niet op processor niveau - en deze conversies zijn heel traag. Meestal wordt gebruik gemaakt van APi bibliotheken - die voor elke instructie en complexiteit een routine vertegenwoordigen. Maar het blijft toch allemaal niet 100%. |