Alleen de geur van een roofdier kan al een vernietigend effect hebben op populaties, zo blijkt uit experimenten.
Wetenschappers verzamelden een aantal populaties fruitvliegen en stelden ze – ten tijde van en buiten het broedseizoen – bloot aan de geur van bidsprinkhanen (een geduchte vijand van de fruitvlieg). Vervolgens keken ze hoe het lichaamsgewicht van de fruitvliegen zich ontwikkelde en hoe het hun vruchtbaarheid verging. De resultaten zijn opmerkelijk. In kleine populaties was het waarnemen van de geur van een roofdier genoeg om zowel de vruchtbaarheid als de groei van het nageslacht te beperken.
Al met al bleek de kans op uitsterven zeven keer groter te worden wanneer kleine populaties fruitvliegen de geur van een bidsprinkhaan waarnamen. Die verhoogde kans op uitsterven is te verklaren doordat de fruitvliegjes waakzamer zijn en dus minder tijd hebben om te eten en seks te hebben. Het resultaat: ze verzwakken en krijgen minder nageslacht. “Wij suggereren dat de angst uitgesprokener wordt als de omvang van een populatie af begint te nemen en leidt tot een verminderde weerbaarheid in kleinere populaties en dus een verhoogde kans op uitsterven,” stelt onderzoeker Kyle Elliott.
Het onderzoek lost een klein mysterie op. “Het is altijd een beetje een mysterie geweest waarom roofdieren zo belangrijk zijn als het gaat om het uitsterven van dieren,” vertelt Elliott. “Wanneer de populaties van hun prooi krimpen, zouden roofdieren over moeten stappen op een andere prooi.” En daarmee lijkt de krimpende populatie gered. De werkelijkheid is echter anders. En het onderzoek van Elliott kan dat verklaren. Als een populatie door een roofdier al sterk verkleind is, lijkt angst namelijk voldoende te zijn om de prooi – ook in afwezigheid van het roofdier – naar het randje van de afgrond de dwingen.