De hersenensystemen die nodig zijn om een taal te leren zijn ouder dan de mensheid. Ze blijken meerdere functies te hebben en zijn ook te vinden bij dieren. Tot deze conclusie komen een Australische en twee Amerikaanse onderzoekers.
De heersende gedachte onder wetenschappers is dat de mogelijkheid om een taal te leren afhankelijk is van een aangeboren mechanisme dat alleen mensen hebben. Maar onze talenknobbel blijkt minder bijzonder dan gedacht.
Hersensystemen die we gebruiken voor taal, blijken nog meer functies te hebben. Ze spelen bijvoorbeeld ook een rol bij auto leren rijden of het onthouden van gezichten. De evolutionair oude circuits in het brein die hierbij betrokken zijn, hebben dieren ook. Ratten maken er bijvoorbeeld gebruik van als ze de weg leren in een doolhof. Deze systemen bestonden dus al voordat er mensen en taal waren.
De onderzoekers vergeleken 16 verschillende studies waarbij gekeken werd hoe kinderen hun moedertaal en volwassenen een tweede taal leren. Ze onderzochten twee hersensystemen die daarbij betrokken zijn: het procedurele en het expliciete geheugen.
Uit het onderzoek bleek dat het leren van nieuwe woorden verband houdt met het expliciete geheugen. Dit geheugen gebruik je ook om boodschappenlijstjes te onthouden en om je te herinneren wat je gisteren gegeten hebt (en wat dus de oorzaak is dat je nu boven de wc hangt).
Verder ontdekten de onderzoeker dat het leren van grammatica van de moedertaal bij kinderen correleert met het procedurele geheugen. Dit hersensysteem gebruik je ook als je als je leert fietsen of piano spelen. Bij volwassenen die net begonnen zijn om de grammatica van een nieuwe taal te leren, wordt een verband gezien met het expliciete geheugen. En in een latere fase met het procedurele geheugen.
De onderzoekers concluderen dat de hersensystemen waarmee we taal leren waarschijnlijk niet nieuw zijn. Het zijn oude systemen die al andere functies hadden en de ontwikkeling van taal er bij namen.
‘We denken en hopen dat ons onderzoek kan leiden tot spannende ontwikkelingen in ons begrip van de evolutie van taal’, zegt Michael Ullman, hoogleraar neurowetenschap aan de Georgetown University, in een persbericht.
Daarnaast kunnen de resultaten gevolgen hebben voor de manier waarop we een tweede taal leren. En het kan misschien mensen helpen met een taalstoornis zoals dyslexie of afasie. Zo zouden medicijnen waarvan is aangetoond dat ze het geheugen ondersteunen, zoals het alzheimergeneesmiddel memantine, het leren van een taal voor deze mensen kunnen vergemakkelijken.