Veviba, het slachthuis uit Bastenaken dat in het middelpunt van het vleesschandaal staat, voerde in 2016 vlees uit naar Kosovo dat twaalf jaar oud was. Dat schrijft Het Laatste Nieuws. Het Voedselagentschap zegt dat het correct reageerde.
Het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) heeft in oktober 2016 meteen iemand ter plaatse gestuurd, toen het door Kosovo op de hoogte gebracht was van fraude met etiketten. Dat meldt een woordvoerster van het agentschap. Volgens berichtgeving in het Laatste Nieuws was het aangetroffen vlees twaalf jaar oud.
'Op 19 september 2016 kwam in Kosovo een vrachtwagen aan met vlees van Veviba uit Bastenaken. Het merendeel van de etiketten was kapotgescheurd. Op de restjes die nog zichtbaar waren, bleek dat het vlees dateerde uit 2004. Uit de etiketten bleek ook dat een deel van het vlees afkomstig was uit de slachthuizen van Izegem en Harelbeke. Het was herverpakt in dozen met het merknummer van Veviba', staat in het gerechtelijk verslag dat de krant kon inkijken.
Diezelfde maand werd het Federaal Voedselagentschap (FAVV) door de Kosovaarse voedselinspectie op de hoogte gebracht. Ingevroren vlees dat twaalf jaar oud is: het smaakt minder en het ziet er niet uit, maar het hoeft geen gevaar voor de volksgezondheid te betekenen.
'Tenminste, zolang de koudeketen niet onderbroken werd en het vlees steeds bewaard bleef bij -18 graden', zegt Bruno De Meulenaer, professor Levensmiddelentechnologie verbonden aan de UGent.
Donderdag geeft FAVV meer duidelijkheid
FAVV-topman Herman Diricks was maandag nog kop van jut tijdens een debat in het federaal parlement over het schandaal bij vleesbedrijf Veviba uit Bastenaken. Hij steunde niettemin de audit en het rapport die minister van Landbouw Denis Ducarme (MR) over het Voedselagentschap heeft gevraagd. Ducarme wil tegen donderdag alle verslagen van de controles die het FAVV uitvoerde bij Veviba. Het FAVV zal in het dossier ook opnemen wat het agentschap in Kosovo heeft aangetroffen.