De bacterie C. metallidurans produceert goudklompjes en scheidt die uit. Goudzoekers kunnen mogelijk van deze eigenschap profiteren.
Veel goudzoekers gebruiken kwik om goud te binden en het zo aan moeilijk toegankelijke plaatsen te onttrekken. Maar omdat kwik giftig is, is er een betere manier nodig om het edelmetaal te winnen. En nu hebben onderzoekers wellicht een oplossing ontdekt.
De bacterie C. metallidurans kan wel tegen zware metalen, waardoor hij in staat is op plaatsen te leven waar andere organismen liever van wegblijven.
Zonder concurrentie van andere microben gedijt hij in lagen met veel zware metalen. Anders dan andere micro-organismen heeft C. metallidurans een manier gevonden om de metalen uit te scheiden, zodat ze zich niet ophopen.
Een team wetenschappers uit Duitsland en Australië is er nu achter hoe de bacterie dat doet. Er is sprake van een complexe interactie tussen speciale enzymen van de microbe en de metalen koper en goud.
Net als andere organismen heeft C. metallidurans koper nodig, maar in grote hoeveelheden is dat giftig. Als het kopergehalte in de bacterie een bepaald niveau heeft bereikt, scheidt hij het uit via een enzym. Maar als er ook goud aanwezig is, gaat het anders. De combinatie van koper en goud is giftiger dan deze metalen ieder op zich, en er komt een ander enzym in actie.
Dit wijzigt de vorm van de metalen, waardoor ze minder giftig worden en minder diep in de bacterie doordringen.
Het koper komt meteen naar buiten en neemt het goud mee. Het kostbare edelmetaal komt in klompjes op de buitenkant van de bacterie terecht, waar het zo gewonnen kan worden.