Duizenden pootafdrukken van dinosaurussen verschuilen zich vlak onder de waterspiegel bij Australië. Er zitten ook sporen tussen van een van de grootste dieren die ooit op onze planeet hebben rondgewandeld.
Enorme kuddes dinosaurussen buitelden 130 miljoen jaar geleden over elkaar heen op het Australische Dampier-schiereiland. En hun sporen zijn nog te zien. Een laag zand heeft ze miljoenen jaren lang in perfecte conditie gehouden, en nu vertellen ze ons een tot nog toe onbekend verhaal over de geschiedenis van Australië.
Wetenschappers hebben de afdrukken met behulp van drones en lasers onderzocht en kwamen erachter dat er zeker 21 verschillende soorten dinosaurussen door de modder banjerden. Daarmee is het de meest gevarieerde verzameling pootafdrukken van dinosaurussen ter wereld.
In het tijdperk van de dinosaurussen was het gebied een drassige rivierdelta waar talloze planteneters en roofdieren op afkwamen. Vijf soorten roofdino’s – sommige wel 7 meter lang – hadden hun jachtterrein bij de rivier, maar de vegetariërs waren bepaald niet weerloos.
Een van de planteneters was een stegosaurus, die bekendstaan om de grote stekels op hun rug. De afdruk van de stegosaurus is de eerste vondst in zijn soort in Australië, en de dino was met 12 meter een van de langste op aarde.
De spectaculairste vondst aan de Australische kust is echter een pootafdruk van maar liefst 1,7 meter lang – de grootste die ooit is gevonden. Het spoor werd achtergelaten door een dinosaurus met een lange nek, een sauropode, met een schofthoogte van zo’n 5,5 meter.
Daarmee behoort hij tot de grootste dinosaurussen waar botten van zijn gevonden, een select gezelschap met onder meer de Zuid-Amerikaanse Patagotitan. In de video hieronder vind je meer informatie over deze giganten.
Foto