Door een dichtslibbende vaargeul en stijgende zeebodem, voorziet Rijkswaterstaat problemen voor de veerdienst naar Ameland. Nu al kampt die vaak met vertragingen. De voorgestelde oplossing: een tunnel.
Dat maakte Rijkswaterstaat bekend op een bijeenkomst over de bereikbaarheid van het Waddeneiland in het Friese Dokkum, schrijft Trouw.
Volgens een woordvoerder kan een tunnel 'een serieuze oplossing' bieden voor de bereikbaarheidsproblemen van het eiland.
In de Waddenzee wordt door natuurlijke stromingen veel zand en slib verplaatst, dat de vaargeulen ondiep maakt. Daarnaast komt de zeebodem ieder jaar enkele millimeters hoger te liggen. Nu al moet er continu gebaggerd worden om de routes naar het eiland vaarbaar te houden.
De veerdienst is vaak te laat, omdat er vanwege ondiep water langzamer moet worden gevaren. Rijkswaterstaat stelt daarom een tunnel voor om het eiland met het vaste land te verbinden.
Dat zou van Ameland alleen geen eiland meer maken, iets wat voor veel eilandbewoners onacceptabel is.
Andere opties voor de problemen van Rijkswaterstaat zijn om de haven te verplaatsen van Holwerd naar het verderop gelegen Friese Ferwert, waar de Waddenzee dieper is.
Ook een speciale veerdienst voor auto's en vrachtwagens, die alleen bij hoogtij vaart, zou een oplossing kunnen zijn. Reizigers zonder auto kunnen het eiland dan per catamaran of hovercraft bereiken.
De Waddenvereniging laat aan de krant weten de tunnel 'vergezocht en niet reƫel' te vinden. "Het probleem is vooral dat de omvang van de veerboten niet meer past bij de dimensie van de vaargeulen. Dan moet je de vervoersstromen uit elkaar halen en niet een tunnel gaan graven."