Na vijf jaar onderzoek is bekend wat de precieze locatie is van vier 'verdwenen' middeleeuwse nederzettingen in de Zuiderzee. Maritiem archeoloog Yftinus van Popta van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) promoveert donderdag op het onderzoek naar deze zogenoemde 'verdronken dorpen'.
Urk en Schokland waren niet de enige eilanden in de Zuiderzee. In de middeleeuwen waren er nog vier nederzettingen. Lange tijd was onduidelijk waar deze eilanden precies hebben gelegen, maar Van Popta is erachter gekomen na jarenlang onderzoek naar het noordoostelijke deel van het Zuiderzeegebied.
'Vijf jaar niet voor niks gewerkt'
'We hebben een nieuw stukje Nederland ontdekt en zichtbaar gemaakt, waar echt mensen hebben geleefd. Ik was ervan overtuigd, maar dan moet je nog bewijzen dat het zo is. Het is heel fijn dat je vijf jaar niet voor niks hebt gewerkt', zegt Van Popta tegen Omroep Flevoland.
Alle archeologische vondsten die in de Noordoostpolder zijn gevonden, zijn in kaart gebracht. Het gaat om botten, aardewerk, bakstenen en dakpannen. Naast Urk en Schokland zijn er nog vier andere plekken met een hoge dichtheid aan soortgelijke archeologische vondsten.
Lange tijd werd ervan uitgegaan dat de vondsten van schepen kwamen. Volgens Van Popta zijn het de locaties van de verdronken dorpen. Uit bronnen uit de vroege middeleeuwen blijkt dat er vier nederzettingen in dat gebied hebben bestaan. Het zou gaan om de dorpen 'Marcnesse, Nagele, Fenehuysen I en Fenehuysen II'.