De lancering van een ruimteschild tegen zon en warmte kan het broeikasgaseffect remmen, denken klimaatwetenschappers in Harvard. Dat leidt tot tot felle kritiek van collega’s die zeggen: droom lekker verder, niet aan beginnen.
Hoe verder de klimaatcrisis dreigt te ontsporen, hoe wilder het technisch geschut dat nodig is om het probleem te stoppen. Dat levert science fiction-achtige klimaatplannen op in de wetenschap, waar een kritisch collectief nu de vloer mee aanveegt.
Het afvuren van een schild in de ruimte kan uitkomst bieden, betoogt een groep internationale wetenschappers onder leiding van Harvard-experts. Dat schild kan zonnewarmte filteren, zodat het broeikasgaseffect in de atmosfeer minder optreedt, is hun idee. Over een paar decennia zou het moeten lukken, zodat de wereld het Parijse klimaatakkoord haalt. Voor het ruimteschild denken klimaatdeskundigen en techreuzen aan diverse opties, van zwevende ruimteparasols en kunstmatige wolken tot spiegels die zonlicht terugkaatsen en piepkleine koelstofjes in de atmosfeer (stratospheric aerosols).
“Die laatste, goedkoopste optie komt al vrij concreet in beeld”, zegt Jeroen Oomen, als onderzoeker verbonden aan het Copernicus Instituut van de Universiteit Utrecht. Hij is een van de zestig deskundigen, ook enkele ‘dissidente’ experts van Harvard, die zich sinds deze week samen uitspreken tegen het technologisch stuntwerk, solar geo-engineering genoemd. Het is niet zo, erkent Oomen, dat overheden nu al grootschalig aanstalten maken. “Wel zien we onderzoeksprogramma’s starten, zoals in de VS. Ook werd de eerste praktijktest voorbereid, recent boven Zweden.” Daarmee wordt geo-engineering langzaamaan toegevoegd aan de lijst met mogelijke klimaatoplossingen, waar landen op kunnen mikken om ‘Parijs’ te behalen, vreest het collectief van Oomen.
Onrealistisch en onwenselijk, betogen zij. Oomen: “De wereld kan zich niet permitteren om de oplossing voor de klimaatcrisis te zoeken in een groot technologisch avontuur, dat nog ontwikkeld moet worden.” Bijkomend risico zou zijn dat overheden en bedrijven ‘al dan niet bewust’ op de rem trappen bij de inzet van beschikbare groene bronnen, zoals windmolens en zonnepanelen. “Vanuit het idee: een groot technisch wonder lost het later wel op.” Een andere stroming in de wetenschap acht dit mogelijk. Ook techgoeroes als Bill Gates voelen ervoor. De klimaatcrisis is zo urgent, redeneren zij, dat ultieme technologische klapstukken benut moeten worden.
Klinkt mooi, maar het is volgens het kritische collectief uitstelgedrag. Oomen: “Oplossingen vooruit schuiven in plaats van direct ingrijpen doen we al veertig jaar.” Hierdoor worden de ‘beloftevolle’ toekomsttechnieken vanzelf onmisbaar. “CO2 afvangen en opslaan onder de grond, negatieve emissies behalen door broeikasgas uit de lucht te filteren, nucleaire (thorium)centrales bouwen.” Het zijn volgens Oomen noodgrepen die al steeds nadrukkelijker als oplossing op de agenda kwamen, naarmate de klimaatcrisis voortschreed. Over de wenselijkheid van die technieken willen de critici geen gezamenlijk standpunt innemen. “Onze oproep is: benut alle bestaande klimaatoplossingen. Maar maak van solar geo-engineering geen nieuw paard om op te wedden.”
Dat is te riskant, vinden ze, omdat het te onzeker is of grote techoplossingen in de ruimte kunnen slagen. “Een ruimteschild kan, mócht er ooit een komen, ook tot geopolitieke spanningen en machtsstrijd leiden.” Een land kan het inzetten als drukmiddel, om politieke tegenstanders te bedreigen. Het wereldwijde verbond, waar ook andere Nederlandse klimaatwetenschappers aan meedoen onder wie Frank Biermann en Aarti Gupta (Wageningen Universiteit), hoopt dat landen beloven geo-engineering niét in hun klimaatplannen op te nemen. De meeste Europese landen, Nederland incluis, moeten nog positie kiezen.
Illustratie