Huisartsen van de actiegroep #helpdehuisartsverzuipt hebben dinsdagmiddag een zelfgemaakte scheurkalender aangeboden in de Tweede Kamer. De kalender staat vol met bizarre voorbeelden uit de dagelijkse bureaucratische praktijk waarin huisartsen moeten werken.
Zo gaat het over een patiënt die een stoma heeft en zijn afvalmateriaal (poep) wil afvoeren. Maar dat mag niet zomaar van de gemeente. Eerst moet de huisarts een verklaring schrijven dat betreffende patiënt ook daadwerkelijk een stoma heeft.
"Dat is onze functie dus echt niet", zegt de Haagse huisarts Daisy Pors. "Het is het zoveelste voorbeeld van onzinnig papierwerk dat een instantie op ons bordje legt en tijd kost. Tijd die we niet aan een patiënt kunnen besteden."
De kalender, die Pors met zes collega-huisartsen heeft samengesteld, leest als een kroniek over vermoeiende bureaucratie. Zo verliezen huisartsen geregeld veel tijd wanneer een patiënt door het Centraal Bureau voor Rijvaardigheid (CBR) naar hen toe wordt gestuurd voor een keuring om het rijbewijs te mogen behouden.
Dit mag helemaal niet, aldus Pors. De wetenschappelijke vereniging van de huisartsen adviseert om in zo'n geval niet de eigen patiënt te keuren. Toch staat volgens Pors in de brieven van het CBR geregeld dat de eigen huisarts zo'n keuring juist wel doet. Een gesprek met een patiënt om duidelijk te maken dat hij aan het verkeerde adres is, kost al gauw 20 minuten.
"Nogmaals, dat is tijd die we eigenlijk niet hebben omdat we als huisartsen steeds meer taken hebben gekregen."
Al sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog zijn Nederlandse huisartsen de zogenaamde poortwachters van de zorg. Zij zien patiënten doorgaans als eerste en beoordelen welke zorg nodig is. De huisarts probeert zoveel mogelijk zelf te behandelen. Pas als het te complex wordt of er levensgevaar dreigt wordt doorverwezen naar een ziekenhuis. Op deze manier komen relatief weinig mensen in ziekenhuizen, waar de behandelingen duurder zijn.
Deze brede taak van huisartsen is de afgelopen jaren alleen maar omvattender geworden. Ouderen moeten langer zelfstandig thuis wonen terwijl hun behoefte aan zorg toeneemt. Dit betekent automatisch meer werk voor huisartsen die meer chronische patiënten onder hun hoede krijgen.
Daarnaast zijn er de overbelaste instellingen van de geestelijke gezondheidszorg (GGZ). De hulpverleners daar hopen dat huisartsen met hun specialistische praktijkondersteuners beginnende psychische klachten in de kiem kunnen smoren voordat deze 'lichte' gevallen escaleren en de GGZ in actie moet komen terwijl de wachtlijsten al zo lang zijn.
"De huisartsenzorg is een brede emmer waar vanuit allerlei richtingen water in komt. Die emmer dreigt nu over te lopen", aldus Pors.