"Nee, u kunt hier niet verder met de auto", zegt de zwaarbewapende militair. Een interviewafspraak met een lid van de Oekraïense regering in oorlogstijd is een bijzondere ervaring. Ik ga praten met Olha Stefanisjyna, vicepremier en minister van EU-zaken. Ze wil dat haar land zo snel mogelijk lid wordt van de Europese Unie, een verlangen dat zelfs in de Oekraïense grondwet verankerd is.

Haar kantoor is gevestigd in een reusachtig gebouw, in de buurt waar ook het presidentieel paleis staat. Voor de deur staan twee splinternieuwe pantservoertuigen. Het pand is hermetisch afgesloten. Voor alle deuren liggen zandzakken met camouflagenetten eromheen. Maar na een paar veiligheidscontroles wijst een vriendelijke militair met bivakmuts ons een deur waar we toch naar binnen kunnen.

Het ministerie oogt uitgestorven en is voorbereid op het doemscenario: dat de Russen hier binnentrekken. Overal liggen zandzakken waarachter militairen zich kunnen verbergen om vervolgens binnendringers te bestoken. Brandslangen liggen uitgerold door de lange gangen, klaar om gebruikt te kunnen worden.

Maar Olha Stefanisjyna oogt ontspannen. Ze heeft een witte wollen coltrui aan en loopt op gympen. Ze verontschuldigt zich. "Normaal gesproken draag ik een mantelpak, nu trek ik iets aan waarmee ik meteen weg kan rennen als het nodig is." Door de oorlog met Rusland is het Oekraïense verlangen om lid te worden van de Europese Unie alleen maar sterker geworden. Voor de oorlog wilde meer dan 60 procent van de bevolking bij de EU, dat percentage is inmiddels opgelopen tot boven de 90.

"En daarom willen we dat dat zo snel mogelijk gebeurt", zegt de vicepremier. "In een versnelde procedure." Het land heeft inmiddels de vragen van Brussel over het land beantwoord. De volgende stap in het toetredingsproces is een advies van de Europese Commissie. Dat moet er liggen voor de Eurotop van juni, zei commissievoorzitter Ursula von der Leyen eerder. Alleen met een unaniem akkoord van de 27 regeringsleiders van de Europese Unie kan het kandidaat-lidmaatschap vervolgens worden toegekend aan Oekraïne.

Voornamelijk de lidstaten in het oosten van de EU willen dat Oekraïne die status versneld krijgt. De Nederlandse regering voelt daar voorlopig niet voor. Premier Rutte zei eerder niet voor een "overhaaste procedure" te zijn. Maar Stefanisjyna hoopt dat hij toch overstag gaat. 'De oorlog heeft duidelijk gemaakt dat het tijd is dat leiders moedige besluiten durven te nemen. Ik hoop dat jullie premier naar Oekraïne komt en dat hij hier voelt dat het nu tijd is voor zo'n moedig besluit. Dat hij Oekraïne de status van kandidaat-lidstaat wil geven.'

Nederland aarzelt of Oekraïne wel klaar is voor toetreding. Corruptie is er wijdverbreid. Op de ranglijst met 180 landen, opgesteld door Transparency International, die oploopt van nauwelijks corrupt tot zeer corrupt neemt Oekraïne de 122e plek in. Geen goede uitgangspositie.

Maar de directeur van de Oekraïense afdeling is toch optimistisch. "Alle hervormingen van de afgelopen acht jaar laten zien dat we de goede kant opgaan", zegt Andrii Borovyk. "Ja, er is nog altijd corruptie. Maar ik denk dat we binnen een paar jaar ergens bij de eerste tachtig op de lijst moeten kunnen komen. Ik ben een realist. Meer dan Poetin die dacht dat hij binnen drie dagen ons land zou veroveren."

Het EU-lidmaatschap van Oekraïne kan nog decennia op zich laten wachten, áls het er al van komt. Toch wapperen op het Europaplein in Kiev de EU-vlaggen al gebroederlijk naast de Oekraïense. Iedere voorbijganger die ik aanspreek wil zo snel mogelijk toetreden. "We strijden tegen het corrupte Rusland, we willen aansluiting bij de Europese Unie om juist een einde te maken aan de corruptie", zegt een jonge vrouw. Even verderop staat een militair met een Kalasjnikov om zijn schouder. "Ik weet heel goed waarom ik vecht. Oekraïners snakken naar Europese verworvenheden. We willen net zo vrij en gelukkig zijn als jullie."

Olha Stefanisjyna blijft optimistisch. Ze kan niet anders. "Na de oorlog gaan we door met het bestrijden van corruptie" zegt ze. "We zullen laten zien dat alle pogingen om ons land alleen maar als corrupt weg te zetten onterecht zijn. Dat is misschien het enige goede dat de oorlog met Rusland ons gebracht heeft. We zijn gemotiveerder dan ooit."