Mannetjesmuizen hebben schrik van boze moeders. En toevallig ruiken die naar bananen.
Mannetjesmuizen hebben de neiging om pups die niet van hen zijn te doden. Op die manier is de moeder sneller terug beschikbaar om hun eigen genen door te geven. Vrouwtjes met pups, in de buik of geboren, verdedigen hun kroost uiteraard met hand en tand. Mannetjes die al eens door een moeder werden afgerost, gedragen zich daarom gestrest in de buurt van zwangere of zogende vrouwtjes. De moedermuis hoeft zelfs niet in de buurt te zijn. Een mannetje dat in een kooi wordt geplaatst waarin voorheen een zwangere muis rondliep, zal zich ook angstig gedragen.
Canadese onderzoekers ontdekten nu hoe dat komt. De moedermuizen verspreiden via hun urine chemische stoffen die de mannetjes lijken te waarschuwen: maak dat je wegkomt of je krijgt een pak rammel!
Dat dieren via geur communiceren is niet nieuw, maar de richting van deze communicatie maakt ze wel bijzonder. Meestal zijn het de mannetjes die via geursignalen boodschappen naar vrouwtjes sturen, en meestal heeft seks iets met de boodschap te maken. In dit geval zijn het de vrouwtjes die de mannetjes een bericht sturen, en is er van seks helemaal geen sprake.
Hier komen de bananen uit de titel van dit bericht in het verhaal. Het stofje dat de mannetjesmuizen de stuipen op het lijf jaagt, n-pentylacetaat, lijkt in zijn chemische structuur sterk op isoamylacetaat. Dat is een stof met de typerende geur en smaak van bananen. Ze wordt vaak aan snoepjes toegevoegd.
De onderzoekers kochten isoamylacetaat in de supermarkt en plaatsten het in de kooien van mannelijke muizen. Zoals verwacht zagen de wetenschappers het stressniveau van de mannetjes pieken. Of de mannetjes ook echt vreesden om slaag van een banaan te krijgen, konden de onderzoekers niet achterhalen.