Een opvallende oproep van een psychologiepraktijk in Amsterdam. Daar zijn ze op zoek naar iemand die twee keer per maand wil komen overgeven, om hun cliënten van hun fobie af te helpen. Verdiensten? 50 euro per keer.
De oproep werd gedaan in de Facebookgroep Amsterdam Durft Te Vragen, waar mensen allerlei oproepen plaatsen. "Gekke vraag: wie kan er makkelijk overgeven?", luidde die van Maartje Kroese.
"Ik ben psycholoog en in onze praktijk behandelen we allerlei angsten, waaronder de angst voor overgeven. Hiervoor is het nodig dat iemand daadwerkelijk overgeeft waar de cliënt bij is. Onze vaste 'overgever' vertrekt, dus we zoeken een nieuwe", schreef ze.
Deze oproep was een 'laatste redmiddel'. "We zaten echt met de handen in ons haar, want we konden in ons eigen netwerk geen vervanger vinden", vertelt Kroese aan RTL Nieuws. Ze is psycholoog bij Kindt Clinics, waar ze maandelijks één à twee patiënten behandelen met een fobie voor overgeven, oftewel emetofobie.
Hoe veel mensen in Nederland kampen met emetofobie is niet bekend. Maar mensen die het hebben, hebben er vaak veel last van in hun dagelijks leven. "Het is een heel vervelende angst. Als je dit hebt, wil je alle situaties en plekken vermijden waar iemand zou kunnen overgeven.
Maar je kunt nooit 100 procent uitsluiten dat iemand anders gaat overgeven, dus zie je dat mensen met emetofobie het liefst alle openbare plekken gaan vermijden. Dus het openbaar vervoer, een pretpark, maar ook tijdens een feest of uitgaan bestaat natuurlijk een kans dat iemand gaat overgeven. Mensen met emetofobie zullen die plekken vermijden."
Het gaat verder dan het 'vies vinden' van kots. "Ik vind het zelf ook vies, en zo zullen de meeste mensen erover denken. Dat is niet erg, dat is normaal. Maar voor mensen met emetofobie voelt overgeven als iets levensgevaarlijks."
Het is moeilijk om er precies achter te komen waarom mensen die angst zo voelen en waar de fobie vandaan komt. "Het is vaak ook de angst voor de angst, ze denken dat ze het niet aankunnen als een ander gaat overgeven. Het is een stukje controleverlies. Ze zijn bang dat ze niet kunnen handelen als een ander moet overgeven."
"We hebben ooit iemand behandeld wiens moeder vroeger vaak moest overgeven. Als dat gebeurde, zei hij altijd: 'ik ga dood, ik ga dood'. Onbewust is die cliënt waarschijnlijk overgeven gaan associeren met de dood en gevaar, waardoor ze een angst kreeg voor overgeven."
Voor mensen met emetofobie is vrijwel ieder uitje stressvol. "Als ze op openbare plekken komen, zijn ze meestal heel alert: zijn er mensen die er ziek of wit uitzien, die mogelijk kunnen gaan overgeven? Dan houden ze diegene heel goed in de gaten en blijven ze vooral uit de buurt. Mocht het zover komen dat iemand daadwerkelijk gaat overgeven, zal iemand met emetofobie er alles aan doen om het niet te hoeven zien, horen of ruiken, en waarschijnlijk snel de benen nemen", vertelt Kroese.
Het goede nieuws is dat de fobie vaak goed te behandelen is. "Emetofobie is op te delen in twee soorten. De ene groep is bang om zelf over te geven, de andere groep is bang dat een ander gaat overgeven. Voor de eerste groep kunnen we niet zo veel doen, maar de tweede groep kunnen we in veel gevallen wel goed helpen", vertelt ze.
Ze werken bij Kindt Clinics met de memrec-methode, die is ontwikkeld aan de Universiteit van Amsterdam. "Het fijne daaraan is dat de behandeling veel korter is dan andere methoden. Het nadeel is wel dat je juist moet meemaken wat je zo erg vreest."
De behandeling gaat als volgt. "Na een intakegesprek wordt er een afspraak ingepland. De cliënt wordt dan gevraagd om een kamer in te gaan, waar iemand is die gaat overgeven. Omdat de cliënt dit al weet, vergt het heel veel moed en motivatie om die kamer in te stappen."
In de kamer wordt de grootste angst van de cliënt dan waarheid: iemand gaat overgeven. "Er gaat dan iets gebeuren in de hersenen met de associatie tussen overgeven in gevaar", vertelt Kroese. "Het is een wat technisch verhaal, maar we proberen die associatie eerst te activeren, en daarna instabiel te maken. Na afloop krijgt de cliënt dan een bètablokker. Het idee is dat de angst dan niet meer op dezelfde manier wordt opgeslagen."
Deze behandeling werkt volgens Kroese 'erg goed'. "Met deze behandeling kunnen we zo'n 85 procent van onze cliënten van hun fobie af helpen. Het werkt dus niet bij iedereen, maar het is wel heel fijn om zoveel mensen hun vrijheid terug te kunnen geven."
Maar daar hebben ze dus wel iemand voor nodig die iedere maand naar de kliniek komt om over te geven. "Dat lijkt nu toch helemaal goed te gaan komen. We hebben zo'n 30 serieuze aanmeldingen, dus we gaan binnenkort kijken wie ons komt helpen. Overgeven is natuurlijk voor niemand echt fijn, dus we gaan kijken voor wie het het minst belastend is."