De Oost-Timorese bisschop Carlos Belo, die de Nobelprijs voor de Vrede kreeg in 1996, wordt door meerdere mannen beschuldigd van seksueel misbruik. Dat schrijft weekblad De Groene Amsterdammer op basis van eigen onderzoek.
De mannen zeggen dat zij misbruikt zijn door Belo in hun tienerjaren, tijdens de onafhankelijkheidsstrijd waarin de bisschop een belangrijke bemiddelende rol speelde.
Foto
De Groene meldt met meerdere Oost-Timorese slachtoffers te hebben gesproken die Belo aanwijzen als dader. Een 42-jarige man zegt dat hij als tiener door Belo werd uitgenodigd in zijn residentie. "De bisschop deed mijn broek uit, begon me seksueel te betasten en pleegde orale seks met mij," aldus de bron, die later geld zou hebben gekregen van de kerkleider. Het misbruik bleef eenmalig, zegt hij.
Een andere bron, nu 45 jaar oud, zegt als tiener herhaaldelijk te zijn verkracht en misbruikt door de bisschop. Ook hij zou geld hebben ontvangen: "Dat was bedoeld om te zorgen dat ik mijn mond zou houden. En er zeker van te zijn dat ik zou terugkomen."
De periode waar deze beschuldigingen betrekking op hebben, was voor Oost-Timor zeer zwaar. Het land was in 1975 bezet door Indonesië en het onafhankelijkheidsstreven werd begin jaren 90 bloedig neergeslagen.
De bevolking werd geteisterd door armoede en honger. Te midden van alle ellende stond de kerk hoog in aanzien, als een van de weinige instituties die de armen hulp boden. Daarnaast was de kerk een toevluchtsoord voor Oost-Timorezen die vreedzaam protesteerden tegen het Indonesisch bewind.
Bisschop Belo trad in 2002, kort na de erkenning van Oost-Timor als onafhankelijke staat, plotseling af als hoofd van de kerk daar. Dat gebeurde onder onduidelijke omstandigheden. Volgens de officiële verklaring onthief paus Johannes Paulus II de bisschop van zijn taken op verzoek van Belo zelf, wegens "fysieke en mentale uitputting."
Kort daarop verliet Belo zijn geboorteland Oost-Timor. In 2004 werd hij aan het werk gezet in Mozambique als assistent-priester: een duidelijk lagere rang dan die van bisschop.
Een kerkfunctionaris op Oost-Timor heeft tegenover De Groene bevestigd dat Belo door Rome een reisbeperking kreeg opgelegd, maar het Vaticaan zelf gaat niet in op vragen van het weekblad over de beschuldigingen. De huidige kardinaal in Dili, de hoofdstad van Oost-Timor, wil ook geen reactie geven.
Ook de Salesianen van Don Bosco, de wereldwijde rooms-katholieke congregatie waar Carlos Belo lid van is, reageert niet op de vragen van De Groene. De orde staat in Nederland bekend als de eerste congregatie waar beschuldigingen over los kwamen toen het misbruik in de kerk in dit land aan het licht werd gebracht.
Later bleek dat zij verwikkeld waren in talrijke misbruikzaken in Europa, Amerika en Australië. Een door de Nederlandse bisschoppenconferentie geïnstalleerde onderzoekscommissie oordeelde in 2011 dat seksueel misbruik onderdeel was van "de interne kloostercultuur" van de Salesianen.
De Groene schrijft dat de misbruikbeschuldigingen tegen Carlos Belo al lang een "groot publiek geheim" zijn op Oost-Timor. Maar vanwege zijn heldenstatus stammend uit de tijd van de onafhankelijkheidsstrijd, zou hij too big to fail zijn. De slachtoffers met wie het blad sprak, waren jarenlang bang om over hun trauma's te spreken, deels omdat hun verhaal "een grote schande voor het land" zou zijn en "de strijd voor onafhankelijkheid zou ondermijnen".