WINTERSWIJK BRINKHEURNE - Jarenlang werd gedacht dat de wilde inheemse taxus in ons land was uitgestorven. In een klein bos bij Winterswijk blijkt de boom toch nog voor te komen. Bioloog en cultuurhistoricus Bert Maes deed de ontdekking toen hij op verzoek van Natuurmonumenten in kaart bracht welke oude inheemse boomsoorten in dit natuurgebied te vinden zijn.
Maes is expert op het gebied van autochtone boomsoorten. Tijdens een inventarisatie in het Buskersbos bij Winterswijk kwam hij tot zijn grote verrassing de inheemse, wilde taxus tegen. "Wij dachten dat die was uitgestorven", vertelt Maes tegen BuitenGewoon-verslaggever Laurens Tijink. Langs de beek de Slinge bij Winterswijk blijkt de oer-Hollandse taxus zelfs nog op meerdere plekken voor te komen. In de van oorsprong vaak natte bossen heeft de natuur altijd grotendeels haar eigen gang kunnen gaan.
Parel van Winterswijk
Boswachter André Westendorp is opgetogen over de ontdekking. Hij noemt het Buskersbos een van de mooie pareltjes in Winterswijk. Centraal door het bosperceel slingert de Slinge. In het zogeheten beekbegeleidende bos zijn ook andere zeldzame bomen en struiken te vinden, zoals de fladderiep, mispel en eenstijlige meidoorn. Nog maar drie procent van de bossen in ons land heeft een soortgelijke oude boskern, schat Maes in. En dat aantal neemt af. Toch zijn ook in dit bos motorzagen te horen...

In het bos worden bomen verwijderd die er niet thuis horen, legt Westendorp uit. Als voorbeeld noemt hij de Amerikaanse eik en de Noorse esdoorn. Zo krijgen juist de zeer zeldzame inheemse bomen meer licht en ruimte om te groeien. "Je vindt hier boomsoorten die hier soms al duizenden jaren voorkomen", legt Maes uit. Dat is bijzonder voor de bossen in ons land, die volgens Maes vaak volstaan met bomen die oorspronkelijk niet in ons land voorkomen. Hij noemt het Buskersbos een schatkamer die door het veranderende klimaat ook in de toekomst nog weleens van grote waarde zou kunnen zijn.
Maes hekelt de in zijn ogen vaak gebrekkige kennis bij biologen over inheemse bomen en struiken. Die kennis is voor een belangrijk deel verloren gegaan doordat er nog maar weinig inheemse soorten bomen en struiken over zijn, denkt hij. Ook heeft de nadruk bij het bosbeheer wat hem betreft te veel gelegen op het oogsten van hout en de daarvoor noodzakelijke aanplant van bomen. Dat wil niet zeggen dat er geen bomen mogen worden gekapt, legt Maes uit...

Het Buskersbos wordt door Maes gezien als voorbeeldbos. Terreineigenaar Natuurmonumenten gaat het gebied nu zo onderhouden dat de oude boskern profiteert, zodat het natuurerfgoed en het genetisch erfgoed bewaard blijven. Om de natuur te herstellen wordt de komende tijd op veel andere plaatsen in ons land nieuw bos aangeplant. Dat biedt volop kansen, concludeert de bioloog, maar het baart hem ook zorgen...

"Als je veel weet van bomen dan zie je ook veel problemen", aldus Maes. "Maar ik geniet altijd nog enorm van de Nederlandse bossen ... En dan nog het meest van dit soort parels", besluit hij zijn verhaal op Radio Gelderland.