Nederlandse gemeenten gaan snoeiafval van taxusheggen verzamelen om er een medicijn tegen kanker van te maken. Voor één sessie chemotherapie is één kubieke meter jonge twijgjes nodig.
Zeventig dorpen en steden doen, naar Belgisch voorbeeld, mee aan de eerste Nederlandse actie ‘vergroot de hoop’. Het afval kan worden gegooid in speciaal geplaatste afvalbakken.
Vervolgens zal het afval in België worden gedroogd en verscheept naar farmaceutische bedrijven in China. 50 procent van de bij chemotherapie gebruikte medicatie is gemaakt van een stofje uit de takjes van de gewone taxus.
Volgens hoogleraar Jan Schellens, internist-oncoloog bij het Antoni van Leeuwenhoek, wordt het stofje baccatine 3 uit de naalden van deze conifeer gehaald. Farmaceuten zetten dit via een chemisch procedé om in de stof docetaxel, dat de deling van kankercellen remt.
Schellens vraagt zich dan ook af of de inzamelingsactie wel de moeite waard is. “Er zijn heel veel naalden nodig om een heel klein beetje werkzame stof te krijgen.”