Ondanks alle doemberichten over falend klimaatbeleid, is de CO2-uitstoot per Nederlanders flink gedaald. Deze is zelfs terug op het niveau van vóór de hippietijd. En dat met de welvaart van nu.
De heersende teneur is dat het zeer slecht gaat met het Nederlandse klimaatbeleid. De snel ingeburgerd geraakte blokkades door Extinction Rebellion op de Haagse A12 zijn daarvan een zichtbaar voorbeeld. Elke keer trekken die meer bezorgde mensen. Het klimaatprobleem wordt alleen maar groter, zo is de gedachte. Dus is het tijd om het eens radicaal anders aan te pakken: minder vliegen, minder vlees, hogere belastingen op fossiele producten, enzovoort.
De zorgen zijn begrijpelijk. Want ja, op wereldschaal gebeurt er veel te weinig. De doelstelling om de opwarming van de aarde te beperken tot anderhalve graad, raakt rap uit zicht. En ja, een kleine groep mensen stoot buitensporig veel CO2 uit. Maar wie in dit straatje blijft doorredeneren, ziet een belangrijk feit over het hoofd. Namelijk dat ‘het systeem’ vrij geruisloos CO2 reduceert en dat welvaart en klimaatbeleid wél heel goed samen kunnen gaan.
Uit langjarige cijfers van het Global Carbon Project blijkt dat de CO2-uitstoot in Nederland per inwoner de afgelopen decennia aardig is gedaald: van 13,3 ton CO2 in 1979 naar 8,1 ton in 2020, zoals de grafiek hieronder toont. Daarmee is de uitstoot terug op het niveau van 1964. De gemiddelde Nederlander stoot nu dus net zoveel CO2 uit als een Nederlander vóór de hippietijd.
Dat is een prestatie van formaat, want de welvaart nam in die periode spectaculair toe. In 1964 reden er nog net geen miljoen auto’s rond in Nederland, nu bijna 9 miljoen. De koelkast begon toen net aan zijn opmars. Nederland zat nog vol in de overgang van kolen en olie naar (Gronings) aardgas.
Wie nu geboren wordt, heeft bovendien een levensverwachting die bijna acht jaar hoger ligt dan toen. Het leven is op veel punten nu dus veel beter en comfortabeler dan toen, met dezelfde klimaatvoetafdruk. Wie had dat voor mogelijk gehouden?
Normaal gesproken wordt de CO2-uitstoot gemeten die ín een land wordt uitgestoten. De uitstoot van een mobiele telefoon uit China die een Nederlander koopt, zit dus niet in de Nederlandse cijfers. Daar staat tegenover dat Nederland een relatief grote industrie heeft die veel voor het buitenland produceert. Zoals de raffinage van diesel in de Rotterdamse haven voor klanten in Duitsland. Of Tata Steel in IJmuiden, waarvan de producten ook naar bijvoorbeeld Amerika gaan.
Uit ramingen van het Global Carbon Project, inzichtelijk gemaakt door de online-publicatie Our World in Data, blijkt dat de CO2-uitstoot door de Nederlandse productie en de consumptie van Nederlanders steeds dichter bij elkaar komen.CO2-uitstoot Nederland productie versus
In de Nederlandse discussie over klimaatverandering is vrijwel nooit aandacht voor het feit dat de CO2-uitstoot per Nederlander ‘terug’ is op het niveau van bijna zestig jaar geleden. Dat komt doordat er vooral wordt gefocust op de politieke doelen die telkens niet gehaald worden. In de wet staat dat in 2030 de uitstoot 49 procent gedaald moet zijn ten opzichte van 1990. Het kabinet wil zelfs een daling van 55 procent en liever nog 60 procent.
Tot nu toe is de daling 30 procent. Het Planbureau voor de Leefomgeving verwacht dat het met het bestaande beleid lastig wordt die 49 procent te halen. Laat staan 55 of 60 procent. Vandaar de somberte. Maar sinds 1990 is de bevolking gestegen van 14,9 miljoen mensen naar 17,6 miljoen.
Met die 2,7 miljoen extra mensen is geen rekening gehouden in het klimaatbeleid, maar met dit getal in het achterhoofd zijn de prestaties extra knap. De bevolking steeg met 18 procent, de economie verviervoudigde bijna in die tijd. En toch wist Nederland de uitstoot met 30 procent te laten dalen.
Daardoor verschiet de economie ook razendsnel van kleur. In slechts tien jaar tijd is de zogeheten ‘CO2-intensiteit’ van de economie met maar liefst 33 procent gedaald. Voor elke verdiende euro ging in 2012 nog 300 gram CO2 de lucht in, nu nog maar 200 gram.
Bedenk daarbij dat Nederland nog maar aan het begin staat van het ‘volplempen’ van de Noordzee met windmolens, de opmars van de elektrische auto, en de overgang van cv-ketels naar warmtepompen, en je ziet dat er nog een flinke vooruitgang in het verschiet ligt.
Wie wil zien hoe snel het kan gaan, hoeft maar westwaarts te kijken. De uitstoot in het Verenigd Koninkrijk is per inwoner zelfs terug op het niveau van tijdens de industriële revolutie. Dat is de tijd dat Charles Dickens zijn boeken schreef. Sindsdien is de levensverwachting verdubbeld, is de kindersterfte gedecimeerd, is de middenklasse opgebouwd en is een verzorgingsstaat opgebouwd. En dat alles met precies dezelfde klimaatimpact als 170 jaar geleden.