De emoji van een opgestoken duim kan volgens een rechter in Canada in sommige gevallen even rechtsgeldig zijn als een handtekening. Volgens de rechter is het hoog tijd dat de rechtspraak zich aanpast aan de 'nieuwe werkelijkheid' als het gaat om de manier waarop mensen met elkaar communiceren.
Inzet van de rechtszaak in de midden-Canadese provincie Saskatchewan was de overeenkomst om een grote partij vlas te kopen tegen een vastgestelde prijs, schrijft de Britse krant The Guardian. Het bedrijf dat de vlas wilde kopen, sms'te de afbeelding van het contract naar een landbouwer en schreef daarbij: "Gelieve het vlascontract te bevestigen." De boer reageerde met de emoji van een opgestoken duim.
Maar toen de afgesproken datum was verstreken, had de boer niets geleverd. Intussen was de prijs voor vlas behoorlijk gestegen. In de rechtbank betoogde de koper dat hij ervan uitging dat het opgestoken duimpje betekende dat de landbouwer akkoord was gegaan met de overeenkomst. De boer zei dat hij met het duimpje alleen maar had willen aangeven dat hij het contract had ontvangen.
Zijn advocaat voerde aan dat de man 'geen emoji-deskundige is'. Maar rechter Timothy Keene schrijft in het vonnis 'dat een emoji weliswaar een onconventionele manier is om een document te ondertekenen, maar onder deze omstandigheden een acceptabele vorm is om de bedoeling van een handtekening over te brengen'.
De landbouwer moet nu 82.000 Canadese dollar schadevergoeding betalen aan de koper (omgerekend ruim 56.000 euro). Zijn advocaat liet de rechter weten bang te zijn dat de nieuwe interpretatie 'de sluizen zou openen' als ook aan andere emoji's een betekenis zou moeten worden toegekend.
Rechtbanken moeten niet niet blind zijn voor dit soort ontwikkelingen, zei Keene. "Dit lijkt in de Canadese samenleving de nieuwe werkelijkheid en rechtbanken zullen voorbereid moeten zijn op nieuwe uitdagingen die voortkomen uit het gebruik van emoji's en dergelijke."