Een deken van geurstoffen moet de mannetjes verwarren, zodat de eikenprocessievlinder geen of minder vrouwtjes bevrucht. Het onderzoek naar deze vorm van beheersing zorgt voor een bijzonder schouwspel.

Het gaat zo snel dat alleen de gefocuste kijker ziet dat de balletjes die Rob Thijssen in de Almeerse eiken schiet, uit elkaar spatten. Op een tablet wijst zijn collega Henry Kuppen van bomenadviesbureau Terra Nostra aan welke eiken rondom het Mesurierpark een tweede keer beschoten worden met feromonen, om het paringsproces van de eikenprocessievlinder te verstoren. “Krijg je al jeuk?”, vraagt hij lachend.
Foto

Hoe het werkt: na het vinden van de juiste eiken wordt de Pherolauncher, die veel weg heeft van een paintbalgeweer, geladen met roze balletjes. Na een schot verspreidt zich over de boom een plantaardige was met feromonen, een seksstofje waarmee de vrouwelijke vlinders normaalgesproken aan mannetjes laten weten waar ze zijn. De biologisch afbreekbare schil valt op de grond.

Na afloop van de behandeling ligt er een deken van feromonen over het gebied. Hierdoor kan de mannetjesvlinder de echte dames niet meer onderscheiden en zouden er minder rupsen moeten komen. Per locatie worden er minstens vijftig eiken acht tot twaalf keer met de Pherolauncher beschoten, afhankelijk van de grootte.

Bij wie het over de eikenprocessierups heeft, begint het al snel te kriebelen. De brandharen van het diertje zorgen voor jeuk en kunnen ademhalingsproblemen veroorzaken wanneer ze in iemands luchtweg terechtkomen. De rups is al dertig jaar in Nederland, maar met name in piekjaren 2018 en 2019 kleurde menig eik rood-wit van de waarschuwingslinten.

De ‘kogels’ met geurstoffen waarmee wordt geschoten. Beeld Olaf Kraak
De ‘kogels’ met geurstoffen waarmee wordt geschoten.Beeld Olaf Kraak
Inmiddels hebben gemeenten de rups redelijk onder controle, al worden er lokaal nog altijd meldingen van nesten gedaan. Met name in het oosten van het land, waar volgens Kuppen een ‘monocultuur aan eiken’ is, wil het nog wel eens baten om met lange mouwen op de fiets te stappen.

Op al bestaande vormen van bestrijding valt het een en ander aan te merken. Nu worden nesten nog vaak weggezogen en vernietigd, waar zich ook andere insecten zoals sluipvliegen, sluipwespen en bladwespen in schuilhouden. Bij het aanbrengen van spuitmiddelen zoals bacteriën worden ook andere rupssoorten gedood. Daarom wordt er bij dit onderzoek een paar stappen eerder ingegrepen, namelijk bij het bevruchten van de eitjes waaruit de rupsen voortkomen.

Initiatiefnemer van het onderzoek naar paringsverstoring is entomoloog Silvia Hellingman, expert in ecologie en het herkennen van insecten. “De evolutie heeft de feromonen zo soortspecifiek gemaakt, dat alleen de eikenprocessievlinder last heeft van de verwarring”, legt Kuppen uit. In samenwerking met de Zweedse professor Teun Dekker, die gespecialiseerd is in feromonen, hebben ze die stofjes weten na te maken.

Deze manier past bij de ‘veranderende grondhouding richting de natuur’, meent Kuppen. “Het gaat om acceptatie en balans in plaats van bestrijding, want ook de eikenprocessierups is onderdeel van de natuur.” Bij de feromoonbehandeling worden in elk geval geen beesten gedood, wat Kuppen al een hele verbetering vindt.

De boomadviseur wijst naar een groep bomen die naast de dichtstbijzijnde huizen staan. “Als daar een nest in zit, kunnen die mensen mogelijk niet eens in hun achtertuin zitten. Dan raad ik aan om in te grijpen, maar ergens in een bos moet de eikenprocessierups lekker zijn gang kunnen gaan.”

Door woonwijken en smalle bermen aantrekkelijker te maken voor vijanden van de eikenprocessierups, zoals de koolmees, kunnen de verhoudingen worden rechtgetrokken. “Maar één vogel gaat het probleem niet oplossen”, waarschuwt Kuppen. Daarom blijft het zoeken naar andere manieren om de populatie onder controle te houden.

Om de invloed van de behandeling goed te kunnen toetsen, worden zowel zwaar belaste als minder belaste gebieden verdeeld over Nederland in het onderzoek opgenomen. Met lokkastjes wordt onderzocht hoeveel mannelijke vlinders nog op de testlocaties rondvliegen. De tussenstand is veelbelovend: in de met feromonen beschoten gebieden is er een afname van 85 procent gemeten. Het onderzoek loopt nog tot 2024. Dan zal blijken of er nog veel meer eiken met de roze balletjes van de Pherolauncher onder vuur genomen zullen worden.