Een Amerikaanse multimiljardair die beloofde om nog tijdens zijn leven al zijn geld weg te geven en dat ook dééd, is overleden. Chuck Feeney (92) verkocht de chique villa’s die hij over heel de wereld had en gaf zijn luxueuze levensstijl op voor een bescheiden bestaan in een gehuurd appartementje in San Francisco. ,,Het is niet omdat je vooraan in het vliegtuig zit dat je er sneller bent”, vond hij.

Feeney kwam uit een bescheiden gezin. Zijn ouders waren arbeiders uit New Jersey die het heel moeilijk kregen tijdens de economische depressie in de jaren dertig. Hij ging bij de luchtmacht, studeerde hotelmanagement en dook de sector van het dutyfree shoppen in. In de jaren 50 verkocht hij drank, parfum en sigaretten aan Amerikaanse militairen die in Europa gestationeerd waren en af en toe naar huis vlogen.

Het was een schot in de roos. Zijn bedrijf werd al snel wereldwijd actief en hij maakte enorme winsten. Die besloot hij te investeren in gronden, winkels, hotels en kledingbedrijven, en later in start-ups in de techsector. Het maakte dat zijn inkomen exponentieel de hoogte in ging. Tegen de tijd dat hij goed en wel 50 was, had hij villa’s in New York, Londen, Parijs, Honolulu, San Francisco, Aspen en aan de Franse Rivièra.

Maar zijn luxueuze levensstijl zette hem aan het denken. ,,Hij twijfelde of hij wel het recht had om zo veel geld te bezitten”, aldus zijn biograaf Conor O’Clery, volgens The New York Times. ,,Toen hem vele jaren later werd gevraagd of hij op dat moment in zijn leven rijk was geweest, antwoordde hij: ‘Wat is rijk? Boven alle verwachtingen, ja. Meer dan verdiend, om het zo maar te zeggen. Ik kwam tot de conclusie dat geld, het kopen van boten en een hele uitzet, mij niet aansprak.”

De jaren 80 waren net begonnen en hij besloot het roer volledig om te gooien. Hij riep de stichting ‘Atlantic Philanthropies’ in het leven en beloofde nog bij leven zijn hele fortuin van 7,5 miljard euro weg te schenken aan goede doelen. En wat nog opmerkelijker was: hij besloot dat anoniem te doen.

Zo schonk hij cheques aan universiteiten, medische instellingen, de wetenschap, mensenrechtenorganisaties, vredesinitiatieven en hulporganisaties in heel de wereld zonder te onthullen wie hij was. Op geen enkel van de duizend gebouwen waar hij in totaal 5,5 miljard euro in investeerde, was zijn naam te zien.

Ook op persoonlijk vlak sloeg Feeney een andere weg in. Hij ruilde zijn chique villa’s invoor een bescheiden appartementje in San Francisco en verkocht zijn limousine. Als hij ergens heen moest, nam hij een taxi of de metro en vliegen deed hij alleen nog in economy.

Hij dook niet meer op in dure countryclubs en restaurants en voor kleding ging hij gewoon naar de supermarkt. Zijn spullen droeg hij altijd in een plastic zakje en het horloge dat hij om zijn pols had, kostte amper 14 euro.

In 1997 werd hij alsnog ontmaskerd als gulle weldoener, toen hij en zijn zakenpartner hun bedrijf ‘Duty Free Shoppers’ verkochten aan ‘Louis Vuitton Moët Hennessy’. Op de officiële documenten stond dat het bedrijf intussen eigendom was van zijn filantropische stichting, die al vijftien jaar overal giften deed.

Hij raadde meteen iedereen aan om zijn of haar rijkdom weg te geven. ,,Probeer het, je zal het leuk vinden”, zei hij. ,,Het is trouwens veel fijner om te geven als je nog leeft dan als je dood bent.”

In december 2016 deed hij zijn allerlaatste schenking: 6,6 miljoen euro voor zijn universiteit, de Cornell-universiteit. Daarmee was zijn fortuin volledig uitgedeeld. Zelf hield hij nog 1,9 miljoen euro, een peuleschil in vergelijking met wat hij ooit had. Voor zijn vijf kinderen was er ‘een fatsoenlijk maar niet extravagant bedrag’.

Afgelopen maandag stierf hij. Hij werd 92 jaar.