De toename van het aantal ooievaars loopt de spuigaten uit, vindt de Boer Burger Beweging in Drenthe.
Het is voor boeren dweilen met de kraan open, stellen de Statenleden Jannes Kerssies en Wenda Bolhuis in schriftelijke vragen. Ze doen tijdens het maaien van weilanden hun best nesten te beschermen, en ook om hazen te ontzien, maar vervolgens komt er een ooievaar die de diertjes opeet.
„Ik heb niks tegen ooievaars”, benadrukt Kerssies. „Maar het zijn er echt te veel.” Aanleiding om het onderwerp op de provinciale agenda te zetten, is dat wethouder Gerrie Hempen van De Wolden wil onderzoeken wat de invloed van de ooievaars is op de biodiversiteit in het stroomgebied van De Reest.
„Maar niet alleen in het Reestdal, ook in de rest van Drenthe zijn ooievaars een plaag voor de weidevogels”, zegt Kerssies.
De ooievaar was een halve eeuw geleden bijna uitgestorven in Nederland, maar verwoede pogingen om de vogelsoort in stand te houden, werpen hun vruchten af. Tellingen wijzen uit dat er inmiddels weer zo’n 1600 paren zijn. Het Reestdal geldt als een hotspot.
Maar verorberen ooievaars wel zo veel kuikens van weidevogels? Woordvoerder Marc Scheurkogel van de Vogelbescherming meent dat dit wel meevalt. „Dat er weinig weidevogels zijn, komt niet door predatie”, zegt hij. Hij wijst op onderzoek van STORK (Stichting Ooievaars Research en Know how) , waaruit blijkt dat ooievaars vooral larven, kevers, regenwormen, slakken, kreeftjes, krekels, kikkers, muizen en ratten op hun menu hebben staan. Uit onderzoek naar uitwerpselen blijkt dat het zelden of nooit om kuikens van weidevogels gaat.
Scheurkogel houdt wel een slag om de arm. „Een ooievaar zal heus wel eens een kuiken pakken”, zegt hij. „Het zijn opportunisten. Ze nemen wat er voor handen is. Niets menselijks is hun vreemd: als er een snackbar in de buurt is, haal je daar ook wel eens een patatje.”
„Dat ooievaars weinig weidevogels eten, komt denk ik doordat er weinig weidevogels meer zijn”, zegt Kerssies. „Ik ga af op wat ik zie in de praktijk. Ik ben geboren op een boerderij en opgegroeid tussen de vogels. Je ziet als een boer gras maait: de ooievaars gaan er achteraan om te zien of ze wat kunnen vangen.”
Kerssies en Bolhuis hopen dat de provincie hun conclusie deelt dat de ooievaar in Drenthe wel degelijk een probleem vormt voor de weidevogels. Maar wat moet er dan vervolgens gebeuren om het probleem te beteugelen? „Nogmaals, ik neem de ooievaar niks kwalijk. Je kunt een kat ook niet vertellen dat hij geen vogeltjes moet vangen. We hoeven niet direct jacht te maken op de ooievaar, maar er zijn wel andere maatregelen denkbaar. Je zou bijvoorbeeld nestpalen die voor ooievaars zijn gemaakt, weer kunnen weghalen.”