Men zegt wel dat er kleine leugens zijn, grote leugens en statistieken. Iets wat in veel gevallen waar is, hoeft in een enkel bijzonder geval helemaal niet waar te zijn
. Statistieken gaan op een zeker moment hun eigen leven leiden.
Voorbeeld: in de misdaad-statistiek bestaat een regel dat zowel degene die het slachtoffer van een moord het laatst gezien heeft, als degene die het lijk heeft gevonden, in veel gevallen ook de dader
is. Wat is het gevolg: degene die een lijk vindt, loopt gauw door en heeft zogenaamd niets gezien. Want zo leuk is het niet om als verdachte te worden beschouwd, ook al heb je helemaal niets gedaan. "Wanneer heeft U het slachtoffer voor het laatst gezien?" Wie verstandig is zegt gauw: "Nou, dat is alweer een hele tijd geleden". Onschuldige mensen die de statistieken kennen, werken liever het moordonderzoek tegen door ontwijkende antwoorden te geven, om vooral maar niet als potentiële dader te worden aangemerkt
.