Het is eindelijk zomers terrasweer, en wat smaakt er dan beter dan een frisse pint? Geen enkele drank roept zoveel tegenstrijdige gevoelens op als bier. Volgens de voorstanders is het een vitaminerijk levenselixir, volgens tegenstanders een dikmaker. Gelukkig geeft Duits wetenschappelijk onderzoek nu uitsluitsel over enkele hardnekkige biermythes. Is bier een dikmaker? Een halve liter bier (210 calorieën) bevat minder calorieën dan een halve liter appelsap of een halve liter halfvolle melk (elk 250 calorieën). Toch kan bier een dikmaker zijn, omdat de meeste bierdrinkers het zelden bij één glas houden. Een grote bierpul stemt qua calorieën overeen met een kleine maaltijd. Krijg je van bier een grotere boezem? Natuurlijke oestrogenen uit de hopplant (gebruikt om het bier een bittere, aromatische smaak te geven), zouden vrouwen een weelderige boezem bezorgen. Althans, dat beweert de volksmond. Maar klopt het? Het is bewezen dat phyto-oestrogenen uit de hopplant dezelfde eigenschappen vertonen als lichaamseigen oestrogenen, maar de concentraties in het bier zouden veel te klein zijn om een effect op de boezem te hebben. Beschermt bier tegen kanker? Hop bevat xanthohumol, een stof uit lupuline met een kankerpreventieve werking. Dierproeven van de Technische Universiteit München wezen uit dat deze stof bescherming biedt tegen kanker en ontstekingen. Maar het ging hier om proeven met het geïsoleerde actieve bestanddeel, dat in bier slechts in kleine substantie aanwezig is. Wetenschappers gaan ervan uit dat de aanwezige alcohol het werkzame bestanddeel zo goed als neutraliseert.