Een Brit blijkt bijna 30 jaar onterecht te hebben vastgezeten voor moord. Door DNA-analyse komt hij waarschijnlijk volgende week vrij. Volgens het Britse dagblad The Times werd Sean Hodgson, nu 58, in 1982 veroordeeld voor de moord op de 22-jarige Teresa De Simone. De Simone werd in 1979 gevonden in de kofferbak van haar eigen auto in Southampton. Ze was verkracht en gewurgd met haar gouden ketting. Het kostte de jury destijds maar 3,5 uur om tot de conclusie te komen dat Hodgson schuldig was. Ook de rechter ging daarin mee. Het bewijs: een eerdere bekentenis en een bloedgroep die overeenkwam met bloed gevonden op het plaats-delict. De bekentenis deed Hodgson tegenover een gevangeniskapelaan, precies een jaar na de moord. Tegenover de rechtbank trok hij later die bekentenis weer in. Ondanks het feit dat Hodgson bekend stond als een pathologisch leugenaar – hij had al tientallen zaken bekend waar hij nooit iets mee te maken had gehad - en dat zijn bloedgroep vrij veel voorkwam, vond de jury het bewijs sterk genoeg om hem voor moord te veroordelen. Hodgson, die momenteel verblijft in een psychiatrisch gevangenishospitaal, heeft zijn veroordeling altijd aangevochten. Pas vorig jaar lukte het zijn advocaten om een DNA-test aan te vragen – een techniek die in 1979 nog niet voorhanden was. De conclusie was overduidelijk: Hodgson kon de moord niet gepleegd hebben. De zaak ligt nu nog bij de herzieningenrechter ter beoordeling, maar algemeen wordt aangenomen dat Hodgson vanaf volgende week vrij man is. De zaak is een van de meest opzienbaarlijke gerechtelijke dwalingen die Groot-Brittannië ooit gezien heeft. Nog nooit heeft iemand zo lang vastgezeten, waarna alsnog zijn onschuld werd vastgesteld. De zaak kan ook invloed hebben op veel andere veroordeelden die overtuigd zijn van hun eigen onschuld. Door DNA-bewijs kunnen nu vroegere veroordelingen in een heel ander daglicht komen te staan.