Laatst in een paskamer naast mij
hoorde ik een enorm gehijg,gekreun,ge-
steun en gegil en zo. Wat was er aan de
hand:een man met een houten been,tus-
sen een schanier van voornoemd been zat
de broek gekneld die hij wilde passen.
Zijn vrouw die ook in het paskamertje
was zei: ik pas, want door dat gegil
is het dat ik niet meer wil