Hier een ervaring van een andere vouw die 37 jaar in zo'n apparaat doorbracht.
Quote:
Zelfs een ijzeren long kon haar niet beletten te prediken
Soms vergt het moed om alleen al te blijven leven. Dit is het verhaal van iemand die zo moedig was. Zij heette Laurel Nisbet.
LAUREL, in 1912 geboren in Los Angeles, werd een levenslustige jonge vrouw die van het leven en van haar gezin hield. De zorg voor een echtgenoot en twee kinderen was voor haar onder normale omstandigheden een gemakkelijke taak, maar in 1948 werd haar liefde voor het leven beproefd op een wijze die ons bevattingsvermogen bijna te boven gaat. Zij raakte besmet met het dodelijke poliovirus.
Na een paar dagen symptomen te hebben gehad die aan griep deden denken, kon zij zich uiteindelijk niet meer bewegen. Haar man bracht haar naar het streekziekenhuis. Daar was zij een van de velen die polio hadden opgelopen. Zij werd door angst overmand toen zij wegens plaatsgebrek in de gang op de grond moest liggen wachten op een ijzeren long. Elke ademhaling was een enorme krachtsinspanning. Toen er eindelijk een ijzeren long beschikbaar was, was zij opgelucht dat zij erin geplaatst kon worden. Nu kon zij die kostbare levensadem, die haar bijna ontnomen was, weer binnen krijgen!
De ijzeren long werd uitgevonden om mensen te helpen bij wie de borstkasspieren door polio verlamd zijn geraakt. Oorspronkelijk werd gedacht dat dit een tijdelijke maatregel zou zijn; ondertussen zouden de spieren van de patiënt zich herstellen, zodat hij zelf kon ademhalen. Maar tot Laurels verbazing en tot de ontsteltenis van de wereld werden deze ijzeren beademingsapparaten het permanente thuis van veel slachtoffers. Laurel heeft nog 37 jaar plat op haar rug opgesloten gelegen in een ijzeren long. Zij heeft het wereldrecord op haar naam staan als langst in leven gebleven poliopatiënt in een ijzeren long.
Was dit de enige reden waarom zij bekend werd? Beslist niet. Laurel was een jonge vrouw van in de dertig toen zij in de long werd gelegd. Zij moest twee kinderen grootbrengen en voor haar man zorgen. Eerst was zij in en in verdrietig, de wanhoop nabij. Toen, na ongeveer een dag zelfmedelijden, besloot zij het beste van haar situatie te maken. Na verloop van tijd nam haar man haar mee naar huis en begon zij een nieuw leven op te bouwen. Zij leerde haar huishouden te besturen, rechtstreeks vanuit de ijzeren long.
Nu, u moet u eens voorstellen hoe dat was. Alleen haar hoofd stak uit het beademingsapparaat. Een plastic kraag en een metalen rand, die de kraag strak tegen haar sleutelbeenderen hield, werden gebruikt om de cilinder luchtdicht te houden. Een blaasbalg onder de tank verhoogde en verlaagde beurtelings de luchtdruk binnen de tank. Ongeveer vijftien keer per minuut zoog de blaasbalg, die als pomp werkte, lucht uit de tank. Dit had tot gevolg dat de borst van de patiënt omhoog ging en er lucht door de neus of mond binnenkwam. Wanneer de blaasbalg samentrok en er lucht in de tank werd teruggeperst, werd er druk uitgeoefend op de borst en ademde de patiënt uit. U kunt dus begrijpen waarom de kraag luchtdicht moest zijn, aangezien de ijzeren long doeltreffend werkte door de veranderingen in luchtdruk. Laurel kon haar hoofd bewegen, maar daar bleef het dan ook bij. Zij was vanaf haar nek geheel verlamd. Zij zag haar wereld door een boven haar beademingsapparaat gemonteerde spiegel, waarin een andere spiegel te zien was die aan de overkant van de kamer aan de muur hing. Hierdoor was het voor haar mogelijk haar voordeur te zien en iedereen die de deur naderde.
Jehovah’s Getuigen verschijnen ten tonele
Op een dag kreeg zij bezoek van Del Kuring, een van Jehovah’s Getuigen. Zij stapte regelrecht de woonkamer van Laurel binnen en begon haar de schitterende waarheden uit de bijbel te onderwijzen. Laurel had respect voor Gods Woord en luisterde met een open geest en een open hart. Er werd een bijbelstudie gestart, die in 1965 tot haar opdracht aan God als een van Jehovah’s Getuigen leidde. Nu had zij nog meer om voor te leven. Eens zou zij weer op de aarde lopen en van het Paradijs genieten dat God voor de mensheid in petto had! En wat een vreugde was het voor haar toen haar dochter Kay haar nieuwe geloof aanvaardde.
Misschien vraagt u zich af: ’Hoe werd zij gedoopt?’ Nu, zij kon niet gedoopt worden. Omdat zij niet zelf kon ademhalen, was onderdompeling in water onmogelijk. Zij heeft nooit naar een Koninkrijkszaal kunnen gaan. Zij heeft nooit een congres bijgewoond. Zij heeft de doop van haar dochter niet kunnen zien. Maar zij bereikte meer in haar dienst voor Jehovah dan menig christen die niet gehandicapt is.
Ziet u, Laurel was een predikster van het goede nieuws. In de 37 jaar dat zij in de ijzeren long lag, heeft zij zo’n 17 mensen tot een nauwkeurige kennis van de bijbel geholpen. Hoe kreeg zij dit voor elkaar? Zij kon uiteraard niet zoals de meeste Getuigen het voorrecht genieten van huis tot huis te gaan. Maar zij kon aan haar vele verzorgers getuigenis geven. Ik had het voorrecht om een van hen te zijn.
In 1972 was ik leerling-verpleegster en ging ik bij haar werken als verzorgster. Laurel en ik hadden aan het einde van mijn dienst wat tijd om te praten en elkaar te leren kennen. Op een dag zei ze: „Ik zou het fijn vinden als je me nu wat voorlas.” Toen ik ermee instemde, vroeg zij mij een blauw boekje te pakken, getiteld De waarheid die tot eeuwig leven leidt. Ik vroeg haar waar ik moest beginnen en ze zei alleen: „Begin maar bij hoofdstuk 1.” Zo werd er een bijbelstudie gestart en ook ik werd een opgedragen getuige van Jehovah.
Het beademingsapparaat van Laurel was door het grote vensterraam aan de voorkant van haar woning te zien. Zij woonde in een drukke straat, dus iedereen in de stad La Crescenta die langsliep, kon het apparaat zien. Hierdoor ontstond bij de voorbijgangers heel wat sympathie en nieuwsgierigheid, en er liepen regelmatig vreemden binnen om kennis te maken. Zij vond het altijd heerlijk mensen te ontmoeten en bouwde op die manier een grote kennissenkring op, en zij gaf getuigenis aan die mensen. De vrijmoedige manier waarop zij van Jehovah getuigde en haar toekomsthoop maakten indruk op mensen en vormden een goed getuigenis voor Jehovah’s naam.
Laurel sliep heel weinig. Zij kon moeilijk moe worden zoals wij, aangezien zij zich niet kon bewegen. Het lawaai en de constante beweging van de blaasbalg onder het beademingsapparaat hielden haar wakker. Hoe bracht zij die uren door? Zij sprak tot haar hemelse Vader, maakte hem in oprechte en innige gebeden deelgenoot van alles wat er in haar omging. Ik weet zeker dat zij om kracht en volharding vroeg, maar nog vaker bad zij voor haar christelijke broeders en zusters. Zij leefde sterk met anderen mee en dankte Jehovah dagelijks voor haar zegeningen.
Wanneer er een reizende vertegenwoordiger van Jehovah’s Getuigen in de buurt kwam, bracht hij haar altijd een bezoekje. Veel van deze mannen zeiden dat nadat zij bij Laurel waren geweest, zíj degenen waren die opgebouwd waren! Zo was zij. Altijd was zij positief en opgewekt en zij greep elke gelegenheid aan om van de waarheid te getuigen.
Zij maakte afschuwelijke dingen mee, te veel om op te noemen. Op een keer moest zij geopereerd worden wegens een acute blindedarmontsteking en kwam het bestelbusje van het streekziekenhuis om haar op te halen. Omdat haar appendix was geperforeerd, werd zij snel het busje ingereden en ijlings naar het ziekenhuis gebracht, waar de arts deze operatie zonder verdoving moest uitvoeren. In de jaren ’50 wist men namelijk niet hoe men een ijzeren-longpatiënt onder algehele narcose moest brengen.
Veel operaties maar geen bloedtransfusie
Zij doorstond grote operaties en kreeg te kampen met kanker en chronische huidaandoeningen. Het was erg frustrerend voor haar als zij last had van jeuk en niet kon krabben en haar verzorgster moest vragen dat voor haar te doen. Hoewel haar spieren verlamd waren, had zij over haar hele lichaam wel gevoel. Dit kwam haar goed van pas, omdat daardoor voorkomen werd dat zij doorlag. Zij vond haar huidverzorging erg belangrijk. Er waren vier mensen nodig om haar om te draaien en haar één keer per week helemaal te wassen. Deze beproeving viel Laurel zwaar, maar zij sloeg zich erdoorheen zoals door al het andere in haar leven.
Die momenten met haar waren leuk en prettig ondanks het feit dat het zwaar werk was. Als wij de kraag om haar nek voor weer een week omsloegen en het geval zo luchtdicht mogelijk maakten, knarsetandde ze en zei: „Oh, die moet de Duivel zelf uitgevonden hebben!” Ja, Laurel wist bij wie de schuld voor die afschuwelijke toestand lag. Het was begonnen bij Satan, die de eerste mensen ertoe aanzette Jehovah de rug toe te keren, wat zonde, ziekte en dood over de mensheid heeft gebracht.
Laurel mocht dan wel lichamelijk verlamd zijn, maar geestelijk was zij dat duidelijk niet. Zij nam elke gelegenheid te baat om mensen te onderwijzen over haar hoop op het Paradijs. Toen zij tegen het einde van haar leven een spoedoperatie moest ondergaan, was zij nog in staat haar standpunt voor rechtvaardigheid in te nemen. Het was in 1985 en Laurel was 72 jaar. Toen het moment van de operatie naderde, kwam haar arts binnen om haar te vertellen dat de operatie niet zonder bloed uitgevoerd kon worden. Omdat Laurel tegen die tijd zo zwak was dat zij nauwelijks kon praten, legde haar dochter Kay uit dat haar moeder geen bloed wenste. Laurel had slangetjes in haar keel en kon amper fluisteren. Haar hele lichaam was vergiftigd door een darmafsluiting en zij leek de dood nabij.
Maar de arts zei dat hij dit standpunt in verband met bloed van Laurel zelf moest horen. Wij fluisterden in haar oor: „Laurel, je moet zelf de dokter over de bloedkwestie vertellen.” Plotseling gingen tot mijn verbazing haar ogen wijd open, haar stem werd luider en zij sprak tegen de arts over haar standpunt inzake bloed. Zij citeerde schriftplaatsen en legde uit dat Jehovah’s Getuigen van mening zijn dat het accepteren van een bloedtransfusie een zonde tegen God zou zijn. Ik zal nooit vergeten wat zij daarna zei. „Dokter, als u mijn leven redt en ik word wakker en kom erachter dat u mijn lichaam hebt geschonden, dan zal ik willen dat ik dood was en zou u voor niets hebben gewerkt.” De arts was nu niet alleen overtuigd van haar standpunt maar stond ook versteld van haar kracht en stemde erin toe aan haar wensen te voldoen.
Laurel onderging een vier uur durende en op zich redelijk geslaagde operatie. Na de operatie haalden de artsen haar voor het eerst in 37 jaar uit de long en legden haar op een ziekenhuisbed. Zij sloten haar aan op een modern beademingsapparaat met gebruikmaking van haar tracheostoma. Hier was zij het bangst voor geweest. Nu kon zij niet praten, omdat het moderne apparaat aangesloten was op het tracheabuisje in haar keel. Zij raakte in paniek omdat zij het gevoel had dat zij niet genoeg lucht kreeg. Zij stierf drie dagen later, op 17 augustus 1985, aan complicaties na de operatie.
Ik kan mij haar laatste woorden tot mij, waarschijnlijk de laatste woorden die zij heeft gesproken, herinneren, vlak voordat zij onder narcose werd gebracht. Ze zei: „Chris, verlaat me nooit.” Als ik nu uitzie naar het einde van dit oude samenstel van dingen en naar de komende opstanding, droom ik van de dag dat ik mijn vriendin Laurel Nisbet kan omhelzen en zeggen: „Hier ben ik. Ik heb je nooit verlaten.” — Verteld door Christine Tabery.