Pas gehuwde stellen in de Chinese twee Chinese steden hebben woedend gereageerd op een lokale huwelijksbelasting. De regering in Beijing grijpt in. In de Chinese steden Wuhan en Nanjing dachten lokale autoriteiten een slaatje te kunnen slaan uit recente wijzigingen in het huwelijksrecht. Chinese rechters bepaalden onlangs dat getrouwde stellen geen claim kunnen leggen op eigendom dat door één van de partners is aangekocht, als dat niet expliciet is opgenomen in het huwelijkscontract. De gemeenten Wuhan en Nanjing besloten daarop een belasting te heffen als getrouwde koppels elkaar als mede-eigenaar van aangekocht bezit wilden laten registreren. De twee steden gingen daarbij uit van een belasting van drie tot vier procent over de helft van de waarde van bezit dat door één van de partners was aangekocht. Als de vrouw bijvoorbeeld een appartement had gekocht van 1 miljoen yuan (111 duizend euro) moest het stel 2.222 euro belasting betalen om de man ook eigenaar te maken, zo meldt de krant Shanghai Daily vrijdag. De heffing lokte een golf van protest uit en werd al snel omgedoopt tot een 'ware-liefde-belasting'. Het nationale ministerie van Financiën heeft nu echter ingegrepen, aldus de Shanghai Daily. Donderdag verordonneerde het ministerie van Financiën dat de registratie als gemeenschappelijk eigenaar van goederen gratis moet zijn. Op internet reageerden veel Chinezen tevreden, aldus de Shanghai Daily. Een zekere mevrouw Xin schreef: "Ik ben blij dat de autoriteiten eindelijk actie ondernemen om te laten zien waar het huwelijk voor staat: je deelt liefde en rijkdom." Maar niet iedereen is blij. Een getrouwde man stelde op internet: "Mijn vrouw spoorde me aan om me te laten registreren voor het gemeenschappelijke eigendom, en dan kon ik wijzen op de hoge belasting als excuus. Maar wat moet ik nu doen?"