Na de straat- en gebiedsverboden is er nu ook een provincieverbod. Een verkrachter die zijn straf heeft uitgezeten, mag 561 dagen niet in Noord-Brabant komen.
Andy S. komt woensdag vrij, dan heeft hij tweederde van zijn celstraf uitgezeten. Maar echt vrij is hij niet, want hij moet zich houden aan een aantal voorwaarden die het Openbaar Ministerie heeft bepaald. Dat gebeurt vaker, maar bijzonder is dat S. een provincieverbod heeft gekregen. Hij mag de eerste 561 dagen, het derde deel van zijn straf dat hij niet hoeft uit te zitten, niet in Noord-Brabant komen. Daar woont de vrouw die hij 2007 in haar eigen huis verkrachtte, waarvoor hij tot zes jaar celstraf werd veroordeeld.
Zijn slachtoffer woont in Eindhoven, maar het ging het OM niet ver genoeg om S. een beperkt gebiedsverbod op te leggen. ‘We hebben een ruim gebied genomen, zodat de kans klein is dat het slachtoffer haar verkrachter tegenkomt’, vertelt Minke Kronemeijer, woordvoerster van het OM. ‘Maar het provincieverbod heeft ook te maken met de aanrijtijden van de politie, die zijn langer aan de grenzen van de provincie. Als S. wordt gesignaleerd als hij de provinciegrens passeert, heeft de politie meer tijd om in te grijpen.’
Omdat S. die 561 dagen ook een elektronische enkelband moet dragen, kan hij overal gevolgd worden. Met de trein naar Limburg kan hij dus vergeten, want door Noord-Brabant mag hij niet. Doet hij dat wel, dan loopt hij het risico dat hij zijn resterende straf alsnog moet uitzitten.
Zijn advocaat Yannick Quint vindt het van de zotte, hoewel zijn cliënt alle voorwaarden van het OM heeft geaccepteerd. ‘Hij wil gewoon naar buiten.’ Quint zelf vindt een contactverbod met het slachtoffer acceptabel, en een gebiedsverbod voor Eindhoven kan hij zich ook nog wel voorstellen, maar een provincieverbod gaat hem veel te ver. ‘Het OM heeft nu min of meer carte blanche om allerlei voorwaarden aan een vrijlating te stellen.’ Het OM zelf denkt daar anders over, en benadrukt dat de voorwaarden altijd per zaak worden bekeken.
S. gaat naar een instelling voor ex-gedetineerden in Epe. Naast het provincieverbod en de enkelband heeft hij een meldingsplicht bij de reclassering, een drugs- en alcoholverbod en moet hij verplichte behandelingen ondergaan, onder andere gericht op agressiebeheersing.
Maar als hij die 561 dagen goed doorkomt, mag S. gaan en staan waar hij wil. Dan vervallen het provincieverbod en de enkelband. Is zijn slachtoffer dan wel veilig en wie zegt dat hij niet eerder een ander slachtoffer maakt, buiten Noord-Brabant?
Kronemeijer wil daar niet op vooruitlopen. ‘Het OM speculeert niet over dingen die mensen kunnen gaan doen. Wij hebben gekeken naar de kans op recidive, daarom is het zo belangrijk dat deze man wordt behandeld. Een gevangenisstraf is eindig. Op deze manier begeleiden we hem bij zijn terugkeer in de samenleving. Dat is beter dan iemand van de ene op de andere dag naar buiten te laten.’
Advocaat Richard Korver, die naast verdachten ook veel slachtoffers bijstaat, vindt een provincieverbod ‘wel erg ver gaan’. ‘Ik juich het toe dat het OM meer dan vroeger voorwaarden kan opleggen aan de invrijheidstelling van iemand. Daardoor kun je meer maatwerk toepassen, maar een provincieverbod kun je geen maatwerk noemen.’