Een jury in Cleveland (Ohio) heeft leden van een Amish-gemeenschap schuldig verklaard aan 'haatmisdrijven' omdat ze bij geloofsgenoten haren en baarden hebben afgeknipt. Een rechter kan de verdachten nu veroordelen tot straffen van tien jaar of meer. De hoofdverdachte is Samuel Mullet, een 66-jarige Amish die een afgesplitste gemeenschap van achttien families leidt in Bergholz. Hij vindt dat de meeste andere Amish niet streng genoeg in de leer zijn. Mullet zou mensen uit zijn eigen gemeenschap, onder wie vier zoons, een schoonzoon en drie neven, opdracht hebben gegeven om baarden en haren van andere Amish-gelovigen af te knippen. Hij vond dat zij moesten worden gestraft omdat ze de religieuze regels zouden hebben overtreden. De jury vindt net als de aanklagers dat er sprake is van misdrijven uit haat, omdat ze waren ingegeven door religieuze meningsverschillen. Lange baarden en lang haar zijn voor de Amish van grote religieuze waarde. De advocaten van de verdachten erkennen het afknippen van baarden en haren, maar zeggen dat dat niet uit religieuze haat gebeurde. Mullet wordt er ook van beschuldigd dat hij getrouwde vrouwen tot seks heeft gedwongen, zogenaamd om hen "te reinigen", en dat hij mensen die ongehoorzaam waren voor straf liet slapen in kippenhokken. De Amish zijn een protestantse geloofsgemeenschap met ongeveer een kwart miljoen leden, die voornamelijk in de VS wonen. Ze leiden een agrarisch, zelfvoorzienend bestaan met zo min mogelijk moderne hulpmiddelen. Ze dragen kleding in de stijl van 200 jaar geleden en rijden met koetsen. De mannen hebben lange baarden en vrouwen hebben lang haar. De rechtszaak in Cleveland is bijzonder, omdat Amish doorgaans geen aangifte doen van misdrijven. Wie over de schreef gaat, wordt korte of lange tijd gemeden: niemand communiceert met de 'schuldige' totdat hij of zij openlijk zijn schuld heeft beleden. Foto