En maar euh..... donderen, drammen, dreinen, drenzen, emmeren, jammeren, jengelen, jeremiëren, klagen, klieren, klooien, kloten, kwezelen, lazeren, malen, mauwen, meieren, mekken, mekkeren, melken, mieren, neuzelen, ouwehoeren, palaveren, reutelen, simmen, urmen, vervelen, zagen, zaniken, zeiken, zemelen, zemelknopen, zeveren, ziegezagen en zieken op de NS jongens!