Chinese toeristen hebben nogal eens moeite zich aan te passen aan buitenlandse gedragsregels, getuige de vele bizarre incidenten. Maar vakantievierende Chinezen leveren veel geld op, dus we moeten ze koesteren.

Sinds deze maand krijgen Chinese toeristen die naar het buitenland vertrekken een boekje met gedragsregels mee. 64 pagina's met welgemeende adviezen, op rijm en in jip-en-janneke-Chinees met verhelderende plaatjes. Met de complimenten van het nationale toerismebureau.

Het is een reactie op een serie incidenten met Chinese toeristen in het buitenland die in China tot verontwaardiging en schaamte hebben geleid.

Sommige reisadviezen in het boekje liggen voor de hand: niet schreeuwen, niet voordringen en geen afval op straat gooien.

Enkele richtlijnen wijzen Chinese toeristen erop dat ze zich ook in het buitenland aan de regels moeten houden: niet zwartrijden in het openbaar vervoer en geen foto's nemen in musea waar dat niet is toegestaan.

Weer andere richtlijnen lijken te zijn ingegeven door incidenten uit het verleden: hang geen was te drogen op een lampenkap in de hotelkamer (brand!). Neem geen reddingsvest uit het vliegtuig mee (echt gebeurd). Laat je kind niet in het openbaar poepen (echt gebeurd, in een vertrekhal) of plassen (echt gebeurd, in een fles midden in een restaurant).

Sommige tips zijn lachwekkend: vrouwen dienen in Spanje altijd oorbellen te dragen. Ik wist het niet!

Nederlanders zouden zo'n boekje verontwaardigd weggooien - al zouden gedragsregels voor sommige landgenoten geen overbodige luxe zijn. Wij vinden overheidsbemoeienis met ons privéleven ongepast en belerend. Chinezen vinden overheidsingrijpen volkomen normaal; denk alleen al aan de eenkindpolitiek.

Van gedragsregels voor toeristen zien veel Chinezen het nut in. Velen ergeren zich aan het gedrag van hun landgenoten, zoals spugen op straat of een westers toilet als hurktoilet gebruiken door op de bril te hurken. Zeker als ze in het buitenland hebben gestudeerd, gewerkt of er geregeld voor zaken komen.

De Chinezen vertegenwoordigen het nieuwe China en willen niet met het ouderwetse China worden geassocieerd. Wie het boekje bekijkt, moet haast concluderen dat Chinese toeristen een zootje ongeregeld vormen en dat je ze kunt missen als kiespijn. Maar dat zou kortzichtig zijn.

Door de toegenomen welvaart, kunnen steeds meer Chinezen zich een buitenlandse vakantie veroorloven. Vorig jaar ondernamen 83 miljoen Chinezen een reis buiten hun landsgrenzen.

Naar verwachting groeit dat aantal naar 100 miljoen Chinese toeristen in 2015. En of ze nou in groepen komen onder leiding van een gids of als individuele reizigers: ze geven veel geld uit. Aan hotels en musea, maar ook aan winkelen. Samen gaven ze vorig jaar 102 miljard dollar uit. Dat is meer dan Amerikaanse toeristen gezamenlijk in het buitenland spenderen.

Luxeproducten als tassen, schoenen en sieraden zijn hier goedkoper dan thuis. Het komt vaak voor dat een Chinese toerist in een winkel een paar duizend dollar aftikt.

Vorig jaar bezochten nog geen tweehonderdduizend Chinezen Nederland, de helft van hen als toerist. Ter vergelijking: Parijs trekt jaarlijks meer dan een miljoen Chinese toeristen. Het ontbreekt hier aan soepele regels voor visa, meertaligheid in de bewegwijzering en een automaat waar ook Chinezen een trein- of metrokaartje kunnen kopen.

Zolang dat niet verandert, profiteren wij niet mee van die nieuwe stroom toeristen.