Wetenschappers zijn erin geslaagd om de apenvariant van hiv te bestrijden met bijzonder sterke antistoffen die sporadisch bij mensen worden aangetroffen.
Bij resusapen die worden behandeld met de ’superantistoffen’ is de apenvariant van hiv binnen een week niet meer detecteerbaar in hun lichaam.
Een vergelijkbare behandeling zou mogelijk kunnen leiden tot een nieuwe therapie voor menselijke hiv-patiënten.
Dat blijkt uit twee studies (2) die zijn gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift Nature.
De antilichamen voor de behandeling van de resusaapjes werden geďsoleerd uit zeldzame patiënten wiens lichaam zonder medicijnen in staat is om het hiv-virus te onderdrukken.
Bij onlangs geďnfecteerde apen bleef het virus na de experimentele behandeling met deze ’supereiwitten’ tenminste 84 dagen ondetecteerbaar. “De resultaten waren afgetekend en verrassend”, verklaart onderzoeker Dan Barouch van het Beth Israel Deaconess Medical Center op Nature News.
“De meeste wetenschappers zouden ons hebben uitlachen als we deze studies voor 2010 hadden voorgesteld”, verklaart zijn collega-onderzoeker Gary Nabel. Het is ongelooflijk om te zien hoe snel dit probleem is opengebroken.”
Tot nu toe wordt hiv vooral bestreden met een cocktail van antiretrovirale medicijnen die het virus onderdrukken. Aangezien ook de op resusapen geteste therapie met antilichamen hiv alleen onderdrukt, zal het niet leiden tot genezing van het virus.
De wetenschappers hopen dat het hiv-virus in de toekomst wel volledig kan worden uitgeroeid door verschillende nieuwe behandelingen te combineren.