Het uiterlijk van de moderne kip ontstond pas ongeveer vijfhonderd jaar geleden, zo blijkt uit nieuw wetenschappelijk onderzoek.
De voorouders van kippen hadden tot vijfhonderd jaar geleden waarschijnlijk nog geen poten met een gelige huidskleur.
Ook legden de dieren mogelijk nog niet het hele jaar door eieren.
Dat blijkt uit een genetisch onderzoek dat is gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift Proceedings of the National Academy of Sciences.
De wetenschappers vergeleken de genen van moderne kippen met DNA-materiaal uit skeletten van kippen, die tweehonderd tot 2.300 jaar geleden leefden.
Uit de vergelijking bleek dat in ieder geval twee belangrijke genen van moderne kippen bij veel van hun voorouders nog ontbraken. Het gaat om een gen met de naam BCDO2, dat zorgt voor hun gelige huidskleur.
Ook een gen met de naam TSHR ontbrak tot vijfhonderd jaar geleden nog vaak in het genetisch materiaal van kippen. De precieze functie van dit gen is onduidelijk, maar het heeft invloed op de hormoonproductie van de dieren.
Mogelijk zorgt het gen TSHR ervoor dat moderne kippen het hele jaar door eieren leggen, in tegenstelling tot hun wilde voorouders.
Volgens de wetenschappers wijzen de bevindingen erop dat kippen vroeger een heel ander uiterlijk en lichaam hadden dan nu. En waarschijnlijk geldt dat voor meer dieren.
“De studie laat zien dat de dieren die we nu kennen, zoals honden, kippen en paarden, waarschijnlijk radicaal verschillen van vergelijkbare dieren die onze voorouders kenden”, verklaart hoofdonderzoeker Greger Larson op nieuwssite ScienceDaily.
Uit eerder onderzoek is gebleken dat kippen afstammen van de rode kamhoen, een wilde vogel die nog steeds voorkomt in Azië.