Het zijn spannende dagen in de botanische tuin van de Universiteit van Berkeley. Daar staat namelijk een Puya raimondii op het punt te gaan bloeien. Zoiets maak je maar eens in je leven mee. De enorme plant, die in het wild alleen in de Andes is te vinden, bloeit eigenlijk maar eens in de honderd jaar. Dit exemplaar maakt zich echter al na 24 jaar klaar om te gaan bloeien. De 10 meter hoge plant, die wel de Koningin van de Andes wordt genoemd, heeft wat weg een cactus. Als hij bloeit, krijgt de Puya raimondii zo'n 30.000 bloemetjes, met wel 10 miljoen zaadjes. Kort nadat hij is uitgebloeid, zal de plant sterven. "Ik droomde ervan dat ik een keer in mijn leven dit mocht meemaken", zegt de directeur van de hortus. "Ik werk hier nu elf jaar en ik checkte elk jaar of het eraan zat te komen." De directeur verwacht een grote toeloop: in 1986, de laatste keer dat er een Puya raimondii in de plantentuin bloeide, kwamen er duizenden liefhebbers langs. Er is daarom nu een houten platform geplaatst om toeschouwers zo dicht mogelijk bij de 10 meter hoge plant te laten komen. De plant van Berkeley werd in 1990 geplant, nadat een botanicus naar Bolivia was gereisd om een bloeiend exemplaar te bekijken. Omdat hij geen ladder had meegebracht, moest hij de zaden verzamelen door met stenen naar de plant te gooien. Niemand weet precies waarom de plant deze keer al zo snel tot bloei komt. Mogelijk komt dat doordat de plant in een warmer klimaat op zeeniveau in voedingsrijke aarde is geplant. In de Andes groeit de plant onder meer onherbergzame omstandigheden.
Foto