Een unieke vondst van Nederlandse studenten: een bacterie die landmijnen kan ruiken. Dat is handig, want er liggen nog steeds veel landmijnen in voormalige conflictgebieden. Studenten van de de TU Delft, Hogeschool Rotterdam en Universiteit Leiden hebben de bacterie ontwikkeld.
De bacterie reageert op TNT, de stof die in de landmijnen zit. De mijnen zijn ingegraven, maar lekken altijd een beetje TNT. Ze vervuilen op die manier de grond en het grondwater. Zo kun je dus aan de rand van de akker of het veld al controleren of er TNT in de grond zit. Daardoor hoef je dus niet zelf het veld in te gaan met anti-mijnapparatuur, maar alleen daar waar daadwerkelijk mijnen liggen - en dat is een stuk veiliger, sneller en efficiënter.

De studenten willen de bacterie koppelen aan een elektronische sensor, die nog het meeste lijkt op een bloedsuikermeter. "Er bestaan al soortgelijke sensoren, maar die kun je alleen in een lab onder een microscoop waarnemen", vertelt Tomek Diederen, één van de ontwikkelaars van het nieuwe landmijnen-opsporingssysteem.