Vier Franse topkoks willen weer ortolaan kunnen serveren. Ze willen één dag per jaar een uitzondering op het verbod de kleine zangvogel te eten.

Onder de koks die oproepen het beleid te herzien zijn twee met een driesterrenrestaurant, Alain Ducasse en Michel Guérard.

Er zijn veel tradities verbonden aan de verboden delicatesse. Het vogeltje wordt levend gevangen en vetgemest, waarna het wordt verdronken in de armagnac. Daarna wordt het in de oven geroosterd.

Het diertje dient daarna in zijn geheel te worden verorberd, botjes en al.

Wie ortolaan eet krijgt een servet over zijn gezicht, dan vervliegt het het aroma niet. Maar volgens de traditie is het ook uit schaamte tegenover God, omdat je een zangvogel niet hoort te eten.

Het eten van ortolanen werd eind jaren negentig door de Europese Unie verboden omdat de vogelsoort dreigde uit te sterven. Volgens de koks zijn er inmiddels weer voldoende vogels en moet een jaarlijkse uitzondering mogelijk zijn.

De koks menen dat het verbod indruist tegen eeuwen traditie en gebruik. Ze wijzen er bovendien op dat de dieren nu al op de zwarte markt worden verkocht voor honderden euro's.