Hij heeft nog miljoenen jaren te gaan, maar zijn lot is bezegeld. Phobos, de grootste maan van Mars, beweegt zich heel langzaam - twee meter per eeuw - richting de rode planeet. Over 50 miljoen jaar zou Phobos te pletter slaan. Maar zo ver zal het niet komen, hebben Amerikaanse geologen berekend. De maan zal in het krachtenveld uiteengereten worden. Waarna Mars, net als Saturnus, getooid zal zijn met een ring van stukjes puin en gruis.
Phobos, in de mythologie de zoon van Mars en god van de angst, is met zijn ruim 20 kilometer doorsnee een nietig maantje, maar toch is het de grootste satelliet van Mars. Het is ook de enige die naar de planeet toe beweegt.
Het lot van een maan hangt af van zijn afstand tot de planeet en de snelheid waarmee de laatste om zijn as draait. De maan staat zo ver van de Aarde dat hij zich langzaam verwijdert. Net zoals Deimos, de tweelingbroer van Phobos, die zich aan de greep van Mars onttrekt.
Maar dat doet Phobos dus niet. De Amerikanen rekenen in het vakblad Nature Geoscience voor wat de zogeheten getijdekrachten met de maan zullen doen als hij te dicht in de buurt komt - dat zijn dezelfde krachten die op Aarde voor eb en vloed zorgen. Phobos is breekbaar, schrijven ze. Het is geen mooie compacte bol, eerder een pokdalige aardappel. En zijn lage massadichtheid (een derde van de aardse dichtheid) duidt op poreus gesteente.
Met dit soort gegevens berekenen ze dat Phobos over pakweg dertig miljoen jaar in stukken zal breken. Dat is binnen een dag gebeurd, en een maand later heeft al het puin zich in een ring rond Mars verdeeld. Een stabiele ring, beweren de geologen. Hij houdt misschien wel miljoenen jaren stand. Dat zou bijzonder zijn; nu hebben alleen de grote gasreuzen (Jupiter, Saturnus, Uranus en Neptunus) ringen.