Het zou de titel van een kinderboek kunnen zijn: De Legende van de Bosberg. Maar het verhaal blijkt op waarheid te berusten. Volgens de legende uit het jaar 1800 zou onder de hoogste zandheuvel op het vasteland van Friesland een enorme eik staan. Die ondergrondse oerboom is nu daadwerkelijk gevonden en blijkt ruim 300 jaar oud te zijn.
Het onderzoek is gedaan omdat de gemeente een nieuwe uitkijktoren wil bouwen op de 27 meter hoge berg. Eerder onderzoek naar de drie eikenstammen die daar staan, leverde geen aanwijzingen op dat het om een bijzondere situatie ging. Zodoende kwamen de bomen op de nominatie om gekapt te worden.
Van omzagen is echter geen sprake meer nu blijkt dat het geen bomen zijn maar de toppen van een ondergrondse oereik, laat projectmanager Geske Barendregt van de gemeente Ooststellingwerf weten. Het gaat om een reus van om en nabij 40 meter hoog, waarvan alleen de bovenste 17 meter zichtbaar zijn.
Het is te danken aan de Historische Vereniging Appelscha dat de bovenste delen van de oerboom niet gekapt zijn. De vereniging geeft regelmatig rondleidingen op de Bosberg waarbij het verhaal over de boom onder het zand verteld werd uit de mondelinge overlevering als een soort mysterie. Toen de gemeentelijke plannen voor nieuwbouw van de toren aan het licht kwamen, trok de vereniging aan de bel: eerst kijken wat er waar is van het de legende. De resultaten van het onderzoek zijn vorige week gerapporteerd aan de gemeente.
De bouw van de uitkijktoren valt nu wat duurder uit, maar hoe veel precies moet de gemeente nog berekenen. ,,We bouwen hem op een andere plek, waardoor er meer zand moet worden aangeleverd en de fundering anders moet worden geregeld. Dat kost meer geld." De ontdekking geeft aan de boom en aan de locatie een hoge historische waarde, zegt Barendregt. ,,Dat weegt ruimschoots op tegen de extra kosten. Bovendien willen we het toerisme in Appelscha een impuls geven en daar helpt deze legende ook bij."
Het blijkt dat het ontstaan van de zandheuvel te danken is aan het feit dat de eik daar al zo lang staat. In de loop der jaren verzamelde het stuifzand zich rond de boom, tot de hele boom bedolven was. Ooggetuigen uit de vroege negentiende eeuw vertelden het verhaal door van generatie op generatie. Nu zijn aan de bovenkant alleen nog drie dikke takken zichtbaar, die lijken op zelfstandige bomen.
Boomdeskundige Jan-Bouke Sijtsma van Boom-KCB leidde het onderzoek in opdracht van de gemeente Ooststellingwerf. ,,De eik was al heel oud toen die rond 1800 onder het zand verdween", vertelt Sijtsma. ,,Het is erg bijzonder dat de eik dat heeft overleefd. Bomenwortels hebben namelijk zuurstof nodig en dat gaat niet door zo'n dikke laag zand."
Sijtsma vermoedt dat aan de noordkant van de berg, die vrij stijl is, er toch voldoende ruimte is voor de eik om zijn wortels uit te waaieren naar de oppervlakte. Hij zou daar best nader onderzoek naar willen doen, maar nodig is dat volgens hem niet omdat er op die plek niet gebouwd of gegraven hoeft te worden.
Boomdeskundige Jan den Ouden van de Wageningen Universiteit bevestigt dat eiken onder een laag zand kunnen overleven, zolang er maar takken met bladeren boven de grond blijven. Den Ouden ziet geen probleem wat de wortels betreft ,,Een eik maakt gewoon een nieuw wortelstelsel op zijn stam vlak onder de plek tot waar het zand komt. Het is op zich bijzonder: de berg wordt steeds hoger en de boom groeit mee."
Appelscha is echter niet de enige plek in Europa waar bomen onder het zand verdwijnen, zegt Den Ouden. Hij deed zelf onderzoek naar ondergestoven eiken op de Veluwe, in de Loonse en Drunense Duinen en langs de kust in Nederland. Maar zo hoog als wat vanuit Appelscha gemeld wordt, heeft hij het fenomeen nog nooit gezien en daarom blijft hij voorlopig toch enigszins sceptisch. ,,Het kan zijn dat de stam ergens halverwege de zandheuvel begint en niet onderin. Dan zou je de hele berg moeten afgraven om het zeker te weten."
Sijtsma en zijn collega groeven tot 1,60 meter diep in de heuvel. Met boren gingen ze nog dieper. ,,Je verwacht dan de wortels al gauw tegen te komen, maar dat gebeurde op de Bosberg niet. De stammen ging maar door. Op drie meter diepte vonden we nog boomschors. Dat betekent dat de stammen hoogstwaarschijnlijk onderdeel zijn van een grotere boom." Om dat helemaal zeker te weten, gaat Sijtsma ook nog DNA-onderzoek doen naar de zichtbare delen van de reuzeneik. Als de verschillende stammen hetzelfde DNA hebben dan gaat het dus echt om dezelfde boom.
De onderzoekers doken ook de archieven in met behulp van de Historische Vereniging Appelscha. Sijtsma: ,,Een krantenbericht uit 1820 vermeldt het bestaan van de eik op die plek. De beschrijving van 'schuin gezaaide takken' klopt met wat wij nu ook nog zien. Daarnaast komt de Bosberg voor op een oude kaart ui 1819 op dezelfde plek waar hij nu ligt."
Op basis daarvan concludeert Sijtsma voorzichtig dat de eik in ieder geval 300 jaar oud is, en mogelijk nog veel ouder. Om dat zeker te weten is echter ook meer onderzoek nodig.
Volgens Barendregt loopt de bouw van de nieuwe uitkijktoren geen vertraging op door de ontdekking. Het onderzoek is begin februari 2016 uitgevoerd, direct na de tip van de Historische Vereniging Appelscha.
Sijtsma benadrukt nog dat het verhaal geen vroege 1-aprilgrap is. ,,Er leeft inderdaad een boom onder een duin van 20 meter hoog. Wij wachten dit onderzoek af met het publiceren in vakbladen, om het verhaal compleet te hebben."
Foto