Een internationaal team van wetenschappers is erachter gekomen dat malariaverspreidende muggen niet houden van de geur van kippen. Mensen die een risico lopen om gestoken te worden door een malariamug kunnen zichzelf beschermen door een kip mee naar bed te nemen.
Zweedse en Ethiopische onderzoekers kwamen erachter dat de Anopheles arabiensis kippen ontwijkt in de zoektocht naar een lichaam. Dit betekent dat de An. arabiensis in staat is om een scheiding te maken tussen kippen en geschikte gastheren (zoals schapen, geiten, runderen en mensen).
Wetenschappers voerden verschillende experimenten uit, waarbij deelnemers in een hutje moesten slapen. In sommige hutjes plaatsten zij een levende kip in een kooi naast het bed, terwijl andere hutjes leeg waren. Ook lagen er in enkele hutjes alleen kippenveren. Wat blijkt: er werden veel minder muggen gesignaleerd in de hutten met kippenveren of met een levende kip. De onderzoekers concluderen dat de muggen kippen vinden stinken en dus deze hutjes ontwijken.
Misschien dat dit onderzoek leidt tot de ontwikkeling van een anti-malaria-spray. Je ruikt dan misschien de hele dag naar kippensoep, maar je weet in ieder geval wel dat je niet gestoken wordt door een malariamug.
Het is belangrijk dat de zoektocht naar een oplossing doorgaat. “We zien het gedrag van malariamuggen veranderen”, zegt onderzoeker Rickard Ignell. “Malariamuggen worden resistent voor pesticiden en daarnaast zoeken ze steeds vaker buitenshuis naar een gastheer.” In 2010 voorspelden onderzoekers dat in 2015 een vaccin klaar zou liggen om de meest dodelijke vorm van malaria te verslaan, maar het bleef daarna lange tijd stil. Tot begin vorige maand, toen een onderzoeker aan het Radboud UMC per ongeluk de minst verzwakte malariaparasiet tot nu toe ontwikkelde. En dat biedt mogelijkheden.