De stilte van de zee? Vergeet het maar. Allerlei geluiden - oude bommen, seismische proeven, schepen - beïnvloeden de dieren die erin leven. Promovendi in Leiden wierpen zich op de negatieve effecten.
Het laten ontploffen van oude bommen in de Nederlandse Noordzee veroorzaakt jaarlijks 800 tot 8000 gevallen van permanente gehoorschade bij bruinvissen. In meer dan 10.000 gevallen is er sprake van tijdelijk gehoorverlies. Ook vissen ondervinden mogelijk nadelige effecten van onderwatergeluid door menselijke activiteiten. Zeebaarzen bijvoorbeeld duiken bij plotseling geluid snel richting bodem. Ze zwemmen daar - waarschijnlijk gestrest - op een kluitje totdat ze hun onderbroken activiteiten weer oppikken. Dat blijkt uit onderzoek van twee promovendi aan het Instituut voor Biologie Leiden (IBL) van de Universiteit Leiden.
Menselijk handelen in de Noordzee veroorzaakt meestal onbedoeld een kakofonie van geluiden onder water. Zo wordt er elke twee tot drie dagen een oude bom uit de Tweede Wereldoorlog tot ontploffing gebracht, wordt er geheid voor de aanleg van windmolenparken, klinken er lange series harde klappen voor seismisch onderzoek en is er doorlopend scheepvaartverkeer.
Dat al die geluiden effect kunnen hebben op zeezoogdieren en vissen was wel bekend. Zeezoogdieren zijn met hun sonar extreem gevoelig voor geluid, maar ook vissen 'horen, ervaren en interpreteren'. Ze hebben geen oorschelpen, maar wel interne oren zoals wij, en ook hun zwemblaas helpt bij de waarneming van geluid.
Dat lawaai effect heeft, is bekend, maar daarmee houdt de kennis wel zo'n beetje op. Mede doordat de Europese Kaderrichtlijn Mariene Strategie de verplichting oplegt het zeemilieu 'akoestisch' schoner te maken, doet de Universiteit Leiden in samenwerking met Imares en TNO onderzoek. "En de uitkomsten doen je behoorlijk schrikken", zegt gedragsbioloog Hans Slabbekoorn van de Leidse Universiteit. Hij begeleidde de promovendi.
Geluid verspreidt zich in water vijf keer zo snel en vijf keer zo ver als in lucht. Geluidsverontreinigingen reiken daarom ver. Hoe ver, is van veel factoren afhankelijk. Zoutgehalte, temperatuur, verontreiniging en diepte van het water, de fijnkorreligheid van de bodem en de aanwezigheid van obstakels, de toonhoogte van het geluid en het aantal decibel aan de bron: het telt allemaal mee. Bovendien kunnen op één plek meerdere geluidsbronnen hoorbaar zijn. Door al die factoren in wiskundige modellen te stoppen, lukte het onderzoeker Özkan Sertlek voor de hele Nederlandse Noordzee de geluidsbelasting in kaart te brengen.
Het bleek een herrie onder water. Om een voorspelling te kunnen doen over de schade die dat aanricht bij bijvoorbeeld bruinvissen - een kleine dolfijn - koppelde Sertlek verspreidingsgegevens van bruinvissen (gebaseerd op veldobservaties en gemodelleerd door Imares-onderzoeker Geert Aarts) aan de geluidsdata. Dat deed hij voor het werkelijke aantal dagen waarop er bommen tot ontploffing zijn gebracht.
"Dat gaf voldoende aanwijzingen om te constateren dat individuele dieren overlast ondervinden en dat invloeden op de populatie niet zijn uit te sluiten. Permanente of zelfs tijdelijke doofheid kan negatieve gevolgen hebben voor een dier dat voedsel zoekt door middel van echolocatie via sonar. De bruinvis heeft relatief weinig reserves en in de koude Noordzee is hij daar mogelijk zo doorheen. We denken daarom dat zelfs een korte periode van voedselgebrek invloed kan hebben op de gezondheid en overlevingskansen van dit zoogdier", zegt Slabbekoorn.
"En dat is nog afgezien van mogelijke en nog niet bekende langetermijnconsequenties van het leven in lawaai. Van kabeljauw in kweek-omstandigheden weten we dat lawaai het cortisolgehalte - een stresshormoon - kan verhogen. Dit tast mogelijk de hoeveelheid en levensvatbaarheid van bevruchte eieren aan. Zeezoogdieren lijden schade, onder meer door de onderwaterexplosies, maar ook vissen gaat de herrie niet in de koude kleren zitten, zo blijkt uit het onderzoek aan zeebaarzen van Errol Neo. De zeebaars is door zijn gedrag en algemeenheid ideaal als proefdier. Om de invloed van plotse (explosies, heien) en langdurige (scheepvaart, baggeren) geluiden te onderzoeken, werden in een proeftank en in een groot net in een haven aan de Oosterschelde steeds zeebaarzen in groepjes van vier blootgesteld aan twee soorten (hard) geluid: kortdurend met pauzes, en aanhoudend geluid.
De vissen schrokken duidelijk zodra het geluid begon. In een mum van tijd doken ze naar beneden en klitten dicht opeen. Slabbekoorn: "Een duidelijke stressreactie waarmee op zich niets mis is. In de hersenen komen stoffen vrij als adrenaline en cortisol, die aanzetten tot vluchtgedrag. Prima, en meestal effectief om mogelijk gevaar te ontlopen."
Na een poosje lijken de vissen aan het geluid te wennen. Ze herstellen in elk geval hun normale zwemgedrag, bij continu geluid eerder dan bij even harde geluiden met tussenpozen. Maar dat ze wennen betekent niet dat er geen schadelijke effecten zouden zijn. Door de gewenning blijven ze wellicht in een gebied hangen dat eigenlijk ongunstig voor ze is, bijvoorbeeld omdat ze door het geluid predatoren minder goed horen aankomen, waarschuwt de gedragsbioloog.
Het geluid kan bovendien makkelijk ten koste gaan van de efficiëntie van foerageren. Bij zebravissen en stekelbaarzen is dat aangetoond. Slabbekoorn: "De onderzochte vissen zijn zichtjagers. Maar het lawaai gaat waarschijnlijk ten koste van hun werkgeheugen. Daardoor lukt het voedsel zoeken, vangen en verwerken toch minder goed. Vergelijk het maar met achteruit inparkeren. Dat gaat ook minder goed als iemand erdoorheen praat."
De eerste conclusies zijn verontrustend en mogelijk verstrekkend - zo blijkt wel uit Slabbekoorns reacties - en nopen tot meer onderzoek. Er is met name meer kennis nodig over de langetermijngevolgen (overleving en reproductie) voor vissen die worden blootgesteld aan menselijk onderwaterlawaai. "De oude bommen moeten worden opgeruimd vanuit het oogpunt van veiligheid voor mensen. Maar als een explosie blijkt te leiden tot het mijden van die plek, kun je de EOD bijvoorbeeld adviseren alle bommen op één locatie tot ontploffing te brengen. Meer kennis kan zorgen voor een betere afweging van belangen voor ecologie en economie.
De eerste conclusies zijn verontrustend en mogelijk verstrekkend - zo blijkt wel uit Slabbekoorns reacties - en nopen tot meer onderzoek. Er is met name meer kennis nodig over de langetermijngevolgen (overleving en reproductie) voor vissen die worden blootgesteld aan menselijk onderwaterlawaai. "De oude bommen moeten worden opgeruimd vanuit het oogpunt van veiligheid voor mensen. Maar als een explosie blijkt te leiden tot het mijden van die plek, kun je de EOD bijvoorbeeld adviseren alle bommen op één locatie tot ontploffing te brengen. Meer kennis kan zorgen voor een betere afweging van belangen voor ecologie en economie.
"Lawaai hoeft niet altijd en overal even schadelijk te zijn. Met meer kennis is te voorkomen dat er nodeloos beperkingen worden opgelegd aan bijvoorbeeld heiwerkzaamheden of seismisch onderzoek, maar óók dat het onderwaterleven onnodig schade lijdt door ongelukkige timing of locatie van zulke activiteiten."