Er dreigt een digitale kloof in Nederland tussen steden en buitengebieden. Europese regels verhinderen de aanleg van snel internet.

Internet met een hoge snelheid, in de stedelijke gebieden is dit heel vanzelfsprekend. Helaas geldt dit niet voor honderdduizenden huishoudens in dunbevolkte gebieden. Zij moeten het nog steeds doen met een verbinding waarbij je uren moet wachten tot een download is voltooid.

Internetsnelheden van slechts enkele mb’s zijn eerder regel dan uitzondering in deze buitengebieden. Dat plaatst deze regio’s op achterstand. De bewoners zijn veel meer tijd kwijt als ze even snel iets op willen zoeken. Ondernemers raken op achterstand in onze moderne economie, doordat ze in hun zakelijke contacten en contacten met klanten niet snel kunnen handelen. Kinderen ondervinden problemen bij het maken van huiswerk.

Het is onaantrekkelijk voor mensen om thuis te werken, en ook de mogelijkheden om gebruik te maken van digitale zorg op afstand zijn beperkt. Kortom, zonder de juiste maatregelen zal deze tegenstelling tussen steden en buitengebieden groeien; een digitale kloof in Nederland dreigt.

Volgens minister Kamp (VVD) van Economische Zaken zal de markt dit probleem oplossen. Marktpartijen zullen zorgen dat ook in de buitengebieden snel internet (met een snelheid van 30 mb) beschikbaar komt.

De werkelijkheid is echter weerbarstiger. De markt speelt namelijk niet altijd de gewenste rol die de politiek hen heeft toebedacht. Marktpartijen hebben er vaak helemaal geen belang bij om in onrendabele gebieden snel internet aan te leggen.

In zo’n geval zouden lokale overheden het over kunnen nemen, zij hebben vaak het geld al klaar liggen. Maar Europese regels met betrekking tot staatssteun verbieden dat lokale overheden in zee gaan met inwoners die zelf het initiatief willen nemen. Als een marktpartij namelijk heeft aangegeven om binnen drie jaar snel internet aan te leggen, mag de overheid de inwonersinitiatieven financieel niet ondersteunen.

Deze regel is volstrekt achterhaald en past niet bij de snelheid van de huidige ontwikkelingen. Je kunt mensen niet drie jaar laten wachten en dan maar hopen dat de marktpartij ook inderdaad snel internet aan gaat leggen.

Daarnaast is de grens van 30 mb te laag. Uit onderzoek van TU Eindhoven en Dialogic blijkt dat binnen vijf jaar de gevraagde internetsnelheid al op meer dan 100 mb zal liggen.

Als zoethoudertje beloven de marktpartijen de bestaande bekabeling naar 30 mb te verhogen. Maar dat is vooral bedoeld om initiatieven van inwoners te blokkeren, die glasvezel willen aanleggen met een veel grotere snelheid.

Het CDA vindt dat de strenge Europese eisen de ontwikkeling van dunbevolkte gebieden onnodig belemmert. Het CDA wil dat het kabinet ervoor zorgt dat de Europese staatssteunregels voor snel internet worden versoepeld. De termijn van drie jaar moet worden verkort, en de internetsnelheid van 30 mb moet omhoog. Daardoor kan het economisch potentieel van deze regio’s veel beter worden benut, kan krimp worden tegengegaan en kan de digitale kloof tussen stad en buitengebieden worden voorkomen.