De volkswijsheid is dat katten uitsluitend van zichzelf houden. Mensen die een kat hebben weten wel beter, maar er is nu ook bewijs. In een onderzoek werden 50 katten ieder in een ruimte gestopt waarin niets te beleven viel, geen mens, geen speeltje, geen eten.
Toen ze daarna in een ruimte werden gelaten waar alle drie die dingen er weer wel waren – een mens, een speeltje, eten – koos de helft voor contact met het mens, door kopjes te geven, door contact te zoeken. Niet het eten of het speeltje was hun eerste keus, maar de mens. Blijkbaar hadden ze sociale interactie het meest gemist.