Het schip van de woestijn zwierf ooit over de polaire vlaktes van het huidige Canada. Het was destijds - drie, vier miljoen jaar geleden - een paar graden warmer op aarde dan nu, maar in de winter vroor het toch al flink rond de poolcirkel.

Het was al bekend dat de kameel zo'n 45 miljoen jaar geleden in Noord-Amerika is ontstaan. Maar nog nooit zijn zo ver noordelijk fossiele resten gevonden. Canadese paleontologen troffen op Ellesmere-eiland in de Noordelijke IJszee resten aan. Het gaat overigens om een lid van een uitgestorven tak van de kamelenfamilie.

Die hield het vele miljoenen jaren uit in de poolgebied. Maar met de laatste ijstijden in aantocht werd het ze toch te koud onder de voeten. Zeven miljoen jaar geleden trokken de kamelen daarom via de destijds drooggevallen Beringstraat naar warmere contreien in Azië.

Maar enkele familieleden bleven kennelijk achter. Onderzoekers van het Natuurmuseum in Ottawa troffen aan de oevers van een fjord op Ellesmere-eiland de fossiele resten van een bot aan. Van het scheenbeen van een groot zoogdier. Na enkele testen, van het collageen in het bot, werd duidelijk dat het dier nauw verwant is aan de dromedaris, en aan Paracamelus, de oervader van de kamelen.

Je ziet aan moderne kamelen dat ze van arctische komaf zijn, schrijven de onderzoekers vandaag in het vakblad Nature Communications. Hun gebit verraadt nog de sporen van het leven in de Noord-Amerikaanse lariksbossen. En hun brede platte hoeven zijn geschikt voor het lopen op een zachte ondergrond. Op woestijnzand, net zo goed als in de sneeuw.